zondag, december 03, 2006

Geef moslims maar de dhimmi-status.

Dhimmi’s zijn de oorspronkelijke inwoners van een door islamieten veroverd land, die zich niet hebben bekeerd en een beschermings-verdrag (dhimma) volgens de regels van de sharia hebben gesloten met de islamitische overheid. Aanvankelijk was deze status voorbehouden aan de Mensen van het Boek (christenen en joden), maar in sommige gebieden gold deze ook voor hindoes en boeddhisten. Zij waren onmiskenbaar tweederangs burgers en onderworpen aan tal van beperkingen. Tegenwoordig wordt dhimmi vaak gebruikt als scheldnaam voor westerlingen die de indruk wekken dat zij het niet zo’n probleem zouden vinden om als dhimmi’s in een islamitisch land te leven.

De moderne dhimmi’s (ook wel dhimwits genoemd) bevinden zich overwegend, maar niet uitsluitend, aan de linkerkant van het politieke spectrum. Ze lijden aan een schuldcomplex vanwege alle slechtheid die door het Westen is verspreid (christendom, imperialisme, kapitalisme, e.d.) en het onrecht dat daardoor mensen in de Derde Wereld is aangedaan. Dhimmi’s kan men aantreffen onder:
Marxisten: met hun motto ‘proletariërs aller landen verenigt u’ (zoals we weten zijn de meeste westerlingen meedogenloze kapitalisten en de meeste islamieten uitgebuite proleten).
Socialisten: met hun motto ‘solidariteit met de zwakkeren’ (dat de moslims in de westerse samenlevingen tot de in alle opzichten zwakkeren behoren is evident).
Liberalen: met hun ‘laissez-faire’ mentaliteit (zolang het goed gaat met de economie maken zij zich nergens druk over).
Progressieve christenen: (liberale katholieken zijn de ergste) met hun onweerstaanbare drang om hun vijanden te beminnen.

Zij hebben de westerse waarden van vrijheid, gelijkheid en tolerantie hoog in het vaandel, zonder blijkbaar in het minst te beseffen dat degenen die zij zo naarstig verdedigen staan te popelen om die vrijheid, gelijkheid en tolerantie om zeep te brengen. Het tijdstip dat moslims het in ons werelddeel voor het zeggen krijgen, wordt door het beleid dat de moderne dhimmi’s propageren snel naderbij gebracht. Ze overheersen zowel de politiek als de media. Toonbeeld van het moderne Nederlandse dhimmidom is Job 'laten we vooral de boel bij elkaar houden' Cohen, helaas burgemeester van onze grootste stad.

Ongelovige dhimmi’s scheren alle godsdiensten, met name het katholicisme en de islam, over één kam. Beide hebben slechte kanten, maar de islamieten zijn zieliger en verdienen dus steun. Daarbij knijpt men graag een oogje dicht als het om de discriminatie van vrouwen, homo’s en atheïsten (gezamenlijk toch de meerderheid in de linkse kerk) gaat. Opvallend genoeg vergelijken ze steevast de aberraties van de moderne islam met gewelddadige episoden uit het (verre) christelijke verleden, zoals de kruistochten, de jodenvervolging en de inquisitie (waarvoor de katholieke kerk zich overigens bij diverse gelegenheden verontschuldigd heeft). Zich als progressief afficiërende christenen zijn zo geobsedeerd door de splinter in het eigen oog, dat ze de balk in de ogen van de islamieten niet zien.

Typerend voor moderne dhimmi’s (zoals deze droevige figuur) is dat ze altijd een excuus (armoede, vernedering, westers imperialisme, e.d.) weten te vinden voor elke misdaad die door moslims wordt gepleegd en manmoedig proberen begrip op te brengen voor zelfs de meest walgelijke terroristische slachtpartijen onder onschuldige burgers. Ze houden stijf en strak vol dat de terroristen, radicalen en fundamentalisten slechts een kleine minderheid vormen die de islam misbruiken voor de eigen politieke doeleinden (want de pure islam is volgens hen een vreedzame religie). Ze negeren koppig het schouwspel dat keer op keer in tal van islamitische landen is waar te nemen: dat van horden uitzinnige mensen (pardon, mannen) die staan te juichen als er bij aanslagen in het Westen weer eens talloze onschuldigen zijn omgekomen, of die razend zijn om weer een nieuwe 'schandelijke belediging van de islam of de profeet'. [De zogenaamde radicale islam mag misschien radicaal wezen in zijn gewelddadige uitdrukkingswijze, maar is modaal in zijn opvattingen.]

Typerend voor moderne dhimmi’s is dat ze de multiculturele samenleving verheerlijken. Ze streven naar ‘integratie met behoud van eigen identiteit’. Ze worden lyrisch van het feit dat de maatschappij zoveel ‘kleuriger’ is geworden: de muziek, de kleding, de feesten, het eten van de Medelanders zijn voor hen veel aantrekkelijker dan hun saaie Hollandse tegenhangers. De negatieve kanten van multicultisprookje worden consequent doodgezwegen. Misdrijven van moslims mogen niet vermeld en niet onderzocht worden, want dat leidt tot ‘stigmatisering’. Moslims moeten ten volle van de voordelen van de westerse samenleving kunnen profiteren (bestaanszekerheid om maar eens iets onbenulligs te noemen) zonder dat daar iets tegenover hoeft te staan.

Typerend voor de moderne dhimmi’s is dat ze bereid zijn hun eigen vrijheden en verworvenheden te compromitteren om moslims geen aanstoot te geven. Aangezien moslims snel aanstoot nemen, gaan ze daarin heel ver. Moslims moeten onbelemmerd gebruik kunnen maken van het recht op vrijheid van meningsuiting (en niet-moslims de vreselijkste scheldwoorden en bedreigingen kunnen toevoegen), maar niet-moslims moeten begrijpen dat veel zaken in de moslimgemeenschap ‘gevoelig’ liggen en hun uitingen daaraan aanpassen. [Het woord zelfcensuur zullen ze echter nooit in de mond nemen.]

Typerend voor moderne dhimmi’s is dat ze van mening zijn dat iedereen die in Nederland aan komt kloppen daar per definitie een goede reden voor heeft (want je land ontvluchten is niet niks) en dus moet worden toegelaten. Bij een wake voor de slachtoffers van de Schipholbrand bestond een van de treurenden het zelfs te verklaren dat iedereen die het in eigen land slecht heeft het recht heeft zich hier te vestigen.

De moderne dhimmi’s zien zoveel moois in de islam dat men zich afvraagt waarom ze zich nog niet bekeerd hebben (als je niets met de islam op hebt, weet je er volgens hen niets van af). Zij houden zelfs staande dat de ouderwetse dhimmi’s niets te klagen hadden. [Op één punt wil ik ze wel gelijk geven: de positie van de joden tijdens de Middeleeuwen was beter in de islamitische dan in de christelijke landen.]

Veel moslims in het Westen zijn gefrustreerd door de discriminatie die ze menen te ondervinden. Niet weinigen zouden het toejuichen als de sharia wordt ingevoerd (‘alleen voor moslims, hoor’, zeggen ze er -nu nog- haastig bij). Ik ben de redelijkheid zelve (om niet te zeggen een toonbeeld van menslievendheid) en wil er natuurlijk alles aan doen om de positie van onze moslimsbroeders en –zusters te verbeteren. Daarom stel ik voor dat alle legaal in westerse landen verkerende moslims de dhimmi-status krijgen. Dan kunnen ze gelukkig en tevreden leven onder de bescherming van onze grootmoedige overheid. Ze moeten zich natuurlijk wel aan enige regels houden.

Regels m.b.t. de omgang met niet-moslims:
* Moslims dienen te allen tijde te beseffen dat ze inferieur zijn aan niet-moslims en zich zodanig te gedragen.
* Het uitschelden of beledigen van niet-moslims door moslims is streng verboden, het omgekeerde is geen probleem. Een moslim die een niet-moslim letsel toebrengt wordt zwaar bestraft, in het omgekeerde geval is een bescheiden boete voldoende. Indien een niet-moslim een moslim doodt en daarvoor geen acceptabele reden aan kan voeren, moet hij bloedgeld betalen. Op het doden van een niet-moslim door een moslim staat uiteraard de doodstraf.
* Het is moslimmannen verboden met een niet-moslim vrouw te trouwen, aangezien hij zich superieur aan een niet-moslim zou kunnen gaan wanen. Seksuele omgang is evenmin toegestaan. Op overtreding van deze regels staat de doodstraf door steniging. Een niet-moslim mag wel met een moslimvrouw trouwen, mits de kinderen niet-islamitisch worden opgevoed.
* Moslims zijn uitgesloten van deelname aan het politieke proces. Zij kunnen kiezen, noch gekozen worden.
* Moslims mogen nooit en te nimmer een wapen dragen en kunnen dus geen dienst doen bij de politie of in het leger.
* Moslims mogen niet erven van niet-moslims, het omgekeerde is wel toegestaan.

Regels m.b.t. de godsdienst:
* Moslims worden niet met geweld gedwongen de islam af te zweren, maar moslimwezen worden door de staat opgenomen en niet-islamitisch opgevoed.
* Moslims zijn vrij hun godsdienst te praktiseren, maar zij mogen daarbij geen enkel opzien baren. Het is dus verboden om in het openbaar op te roepen tot het gebed. Het is eveneens verboden om religieuze symbolen te dragen, of deze aan de buitenkant van een gebouw te bevestigen.
* Moslims mogen hun eigen religieuze leiders kiezen, maar toestemming van de autoriteiten is vereist.
* Op pogingen zieltjes voor de islam te winnen, staat de doodstraf. Missie- of zendings-activiteiten onder moslims mogen op geen enkele wijze tegengewerkt worden. Als een moslim het christelijke of joodse geloof aanneemt en dit later verwerpt, zal hij ter dood gebracht worden. Het publiceren of verspreiden van islamitische religieuze teksten wordt eveneens met de dood bestraft.
* Het is moslims niet toegestaan om nieuwe moskeeën te bouwen, of bouwvallige moskeeën te repareren (al zullen wat het laatste betreft de autoriteiten in ruil voor een flink bedrag misschien bereid zijn een oogje toe te knijpen).
* Blasfemie door een moslim is een halsmisdrijf. Als een moslim beledigd of in elkaar geslagen wordt, kan hij maar beter geen kik geven om te voorkomen dat hij valselijk van blasfemie beschuldigd wordt.

Regels m.b.t. materiële zaken:
* Moslims zijn een speciale belasting verschuldigd. Deze moet eens per jaar persoonlijk aan de belastinginspecteur overhandigd worden, bij welke gelegenheid de moslims ritueel vernederd zullen worden (bijvoorbeeld door hen aan hun baard te trekken, of in het gezicht te slaan).
* Betaalt een moslim niet, dan vervalt het recht op bescherming en kan iedere niet-moslim met hem doen wat hij wil.
* Moslims mogen geen auto’s of andere motorvoertuigen bezitten, hoogstens fietsen. Ze dienen te allen tijde voorrang te verlenen aan niet-moslims.
* Moslims mogen geen fraaiere of hogere huizen bewonen dan de niet-moslims in hun omgeving.
* De autoriteiten kunnen voorschrijven welke kleding moslims mogen of moeten dragen.

Regels m.b.t. de rechtsgang:
* Moslims mogen hun eigen (sharia)rechtbanken inschakelen voor zaken waarbij alleen moslims betrokken zijn en die geen bedreiging van de openbare orde inhouden, of een kapitaal misdrijf betreffen.
* Bij gewone rechtbanken weegt de getuigenis van een niet-moslim altijd zwaarder dan die van een moslim. Een eed of verklaring van een moslim heeft in een zaak tegen een niet-moslim geen enkele rechtsgeldigheid. [Moslims die al dan niet vals beschuldigd terechtstaan, kunnen proberen de getuigenis van een niet-moslim te kopen, of de rechter met steekpenningen wat milder te stemmen.]

Ik zou me kunnen voorstellen dat moslims de dhimmitude bij nader inzien toch niet zo passend vinden voor de moderne tijd. Als ze nu ruiterlijk erkennen dat het westerse samenlevingsmodel superieur is aan het hunne en als ze zich daar ook naar gaan gedragen, dan mogen ze misschien in ons midden blijven.