vrijdag, december 15, 2006

Generaal fiasco.

Als de beschamende vertoning die zich de afgelopen dagen rondom het generaal pardon voor uitgeprocedeerde asielzoekers heeft afgespeeld ons iets geleerd heeft, is het wel dat een asielzoeker die eenmaal tot de procedure is doorgedrongen nauwelijks meer uit ons land te verwijderen is. Ook de nieuwe vreemdelingenwet vormt geen enkele belemmering voor grootscheeps misbruik van de Nederlandse menslievendheid. Herziening is dan ook dringend noodzakelijk.

Ik ben principieel tegenstander van het generaal pardon. Wangedrag mag nooit en te nimmer beloond worden. Kansloze asielzoekers schuwen geen enkele kunstgreep om in ons land te kunnen blijven: ze verstrekken valse informatie, ze traineren de asielprocedure, ze sluiten schijnhuwelijken, ze verzetten zich desnoods met geweld tegen uitzetting. Als hun verzoek om asiel door onafhankelijke rechters meermalen ongegrond is verklaard, is er geen enkele humanitaire reden om hen een permanente verblijfsvergunning te geven, al hebben ze nog zo lang in ons land verkeerd.

De argumenten die uitgeprocedeerde asielzoekers aanvoeren om uitzetting te vermijden raken meestal kant noch wal. Ze kunnen slechts zelden hard maken dat ze in het land van herkomst reëel gevaar lopen en proberen daarom medelijden te wekken met de bewering dat ze daar ‘niets hebben’. Dat zal best waar zijn, maar het is niet de plicht van de Nederlandse belastingbetalers buitenlandse avonturiers een aangenaam bestaan te verschaffen. Het feit dat ze reeds vele jaren in Nederland verblijven doet daaraan niets af –integendeel, ze hebben al veel te lang misbruik gemaakt van de Nederlandse goedhartigheid. Ze laten zich dikwijls voorstaan op hun voorbeeldige integratie, want ze spreken een beetje Nederlands, ze hebben een huis en de kinderen gaan naar school. Dit bewijst echter alleen maar dat ze de geboden mogelijkheden uitstekend weten te benutten. Vrijwel nooit hebben ze aangetoond een aanwinst voor de Nederlandse samenleving te zijn. Veel van deze asielprofiteurs zien er geen been in hun nageslacht in de strijd te werpen. De kinderen zijn natuurlijk volkomen ingeburgerd en het zou dus wreed zijn hen uit de vertrouwde omgeving weg te rukken. Dat de ouders precies hetzelfde gedaan hebben toen ze deze kinderen naar Nederland sleepten, vergeten ze voor het gemak maar.

Men kan zonder overdrijving stellen dat minstens driekwart van de wereldbevolking zijn levenspeil aanzienlijk zou kunnen verbeteren door zich in Nederland te vestigen. Ze gaan gebukt onder armoede en onvrijheid, ze lijden onder een gebrek aan medische verzorging en onderwijs, ze worden gemarginaliseerd en uitgebuit en ze hebben sombere toekomstperspectieven. Dat is zielig, maar het lot van deze mensen is niet onze verantwoordelijkheid. Zieligheid zou geen argument mogen zijn bij de eventuele toelating van immigranten in Nederland. Degenen die voor asiel in ons land aankloppen zijn bovendien bepaald niet de meest zieligen. Zij hebben de kennis, de connecties en de middelen om de lange reis naar het beloofde land te ondernemen. De werkelijk kwetsbaren hebben dat niet.

Minister Verdonk schat dat 80% van de asielzoekers economische vluchtelingen zijn en ik geloof dat ze er niet ver naast zit. Deze frauduleuze asielzoekers kosten Nederland tientallen miljoenen euro’s per jaar. Bovendien worden er mensen met een dubieus verleden en mensen die er openlijk op uit zijn onze samenleving te ondermijnen toegelaten. Een wet die zo veelvuldig, zo schaamteloos en zo straffeloos wordt overtreden leidt tot grote maatschappelijke onvrede.

Ik heb meegemaakt dat ‘asielzoekers’ zodra hun verblijfsvergunning rond was wekenlang op vakantie gingen in het land waar ze zogenaamd hun leven niet zeker waren. Ik heb meegemaakt dat ‘asielzoekers’ zodra ze een Nederlands paspoort veroverd hadden naar Engeland verkastten, waar voor hen meer te halen viel. Als ik niet enkele bonafide vluchtelingen zou kennen (zoals de Iraniër die als enige van zijn studentengroep nog in leven is en die zijn familie alleen in Turkije kan ontmoeten), zou ik er voorstander van zijn het asielrecht geheel af te schaffen.

Er wordt beweerd dat de nieuwe asielregeling de situatie verbeterd heeft. Ik bestrijd dit. De Vreemdelingenwet 2000 schrijft de volgende asielprocedure voor. Mensen kunnen asiel aanvragen op grond van het Vluchtelingenverdrag van Genève, het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, klemmende redenen van humanitaire aard, of wanneer terugkeer naar het land van herkomst moeilijk is. Volgens het Verdrag van Genève is een vluchteling iemand die in eigen land gegronde vrees heeft voor vervolging op grond van godsdienstige of politieke overtuiging, nationaliteit, ras, of het behoren tot een bepaalde sociale groep.

Een asielzoeker moet zich wenden tot één van de aanmeldcentra van de IND en krijgt dan binnen vijf werkdagen te horen of zijn aanvraag in behandeling wordt genomen. Zo niet, dan moet hij Nederland direct verlaten. Indien (uiterlijk na zes maanden) positief op de aanvraag wordt beschikt, krijgt de asielzoeker een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd. Deze is maximaal drie jaar geldig. In deze periode mag de asielzoeker betaald werk verrichten, heeft hij recht op huisvesting, scholing en studiefinanciering en in bepaalde gevallen zelfs op gezinshereniging. Als de asielzoeker na drie jaar nog steeds aanspraak op bescherming kan maken, krijgt hij een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd, hetgeen betekent dat hij permanent in Nederland mag blijven. Mocht de aanvraag worden afgewezen, dan heeft de asielzoeker het recht in beroep te gaan en de uitslag van dit beroep in Nederland af te wachten. Mocht er opnieuw een negatieve beschikking komen, dan rest het hoger beroep. De ontknoping daarvan mag de asielzoeker niet in Nederland afwachten. Als het asielverzoek definitief is afgewezen, dient de aanvrager Nederland binnen vier weken te verlaten.

Het eerste dat opvalt aan deze regeling is de vaagheid van de bewoordingen: wanneer is vrees voor vervolging ‘gegrond’; wanneer is terugkeer naar het land van herkomstmoeilijk’; wat zijn ‘klemmende humanitaire redenen’ en behoort niet iedereen tot een bepaalde sociale groep’, zelfs criminelen en terroristen? Dergelijke wollige formuleringen garanderen langdurige procedures en hardnekkig verzet tegen uitzetting. Ten tweede is de wachttijd van drie jaar voor een permanente verblijfsvergunning veel te kort. Als men asielzoekers bovendien de mogelijkheid geeft hun gezin te laten overkomen, verschaft men hen munitie om zich tegen een latere uitwijzing te weer te stellen. Ook reguliere huisvesting is gedurende deze periode uit den boze (het is niet te verkopen dat asielzoekers na zes maanden al in aanmerking komen voor een eigen woning, terwijl Nederlanders vaak jaren moeten wachten).

Naar mijn mening zijn de volgende maatregelen noodzakelijk om verder misbruik van het asielrecht te voorkomen:
(1) Vluchtelingen mogen voortaan slechts één keer om één reden in één westers land asiel aanvragen. Iemand die reeds in een ander land, of op een andere grond om asiel heeft verzocht komt in Nederland niet meer in de asielprocedure.
(2) Vluchtelingen die bij aankomst in ons land geen geldige papieren kunnen overleggen worden linea recta teruggestuurd. Vervoersondernemingen zijn er verantwoordelijk voor dat de passagiers die zij ons land binnenbrengen geldige papieren bezitten en dienen daarvan kopieën te maken.
(3) Er wordt een lijst van veilige landen opgesteld (landen die niet in een oorlogssituatie verkeren en waar geen systematische vervolging van groepen mensen door de overheid plaatsvindt). Vluchtelingen uit die landen kunnen in Nederland geen asiel aanvragen.
(4) Acceptabele gronden voor een asielaanvraag worden nauwkeuriger omschreven. Asielzoekers moeten kunnen bewijzen dat ze vervolgd worden. Mensen die vervolgd worden vanwege opvattingen die niet verenigbaar zijn met de Nederlandse waarden en normen (zoals de principes van de fundamentalistische islam) worden niet tot de asielprocedure toegelaten.
(5) Vluchtelingen die een misdaad hebben gepleegd en voornamelijk daarom ‘vervolgd’ worden, hebben geen recht op asiel, zelfs al staat hun de doodstraf te wachten.
(6) Vluchtelingen die problemen hebben met de eigen cultuur (gedwongen huwelijk), of normale verplichtingen (dienstplicht), of die zich opzettelijk provocerend hebben gedragen (homoseksuelen) hebben geen recht op asiel.
(7) Immigranten die in het buitenland toestemming voor een voorlopig verblijf hebben gekregen, of gebruik hebben gemaakt van de diensten van mensensmokkelaars kunnen in Nederland geen asiel aanvragen.
(8) Vluchtelingen die tijdens de procedure valse of onvolledige informatie verstrekken worden direct uit de asielprocedure en uit het land gezet. Hetzelfde geldt voor lieden die in Nederland enig misdrijf plegen (al is het ‘slechts’ een winkeldiefstal).
(9) Indien binnen 10 jaar na het verkrijgen van een verblijfsvergunning de grond voor deze vergunning vervalt, dient de betrokkene naar het land van herkomst terug te keren, tenzij hij bewezen heeft van waarde te zijn voor de Nederlandse samenleving. De aanwezigheid van kinderen is daarbij geen belemmering.
(10)Afgewezen asielzoekers mogen in beroep gaan, maar worden tijdens de behandeling niet door de Nederlandse overheid onderhouden en de juridische hulp wordt niet vergoed (eens kijken of de asieladvocaten dan nog zo bevlogen zijn).
(11)Asielzoekers worden in geen enkel opzicht ‘voorgetrokken’.

Economische vluchtelingen kiezen de weg van de minste weerstand. Een land met een strenge asielwet is niet langer aantrekkelijk voor gelukzoekers. Om te voorkomen dat deze lieden via een omweg ons land toch nog overstromen, moet geregeld worden dat een EU-land altijd financieel verantwoordelijk blijft voor iedere immigrant die het toelaat, zodat Nederland niet opgezadeld wordt met de gevolgen van het onverantwoorde beleid van andere EU-leden, zoals bijvoorbeeld het Spaanse generale pardon voor illegalen.