zaterdag, maart 31, 2007

Islamitische hypocrisie.

Russische krijgsgevangenen in Afghanistan werden stelselmatig verkracht. Nadat een hele troep mujahedin er overheen was gegaan, werden ze gewoonlijk afgeslacht. Alleen de appetijtelijksten werden nog een tijdje in leven gehouden om de geile communistenhaters verder van dienst te zijn. Niemand in Afghanistan vond dit onislamitisch.

Men moet niet denken dat dit uitzonderlijk gedrag als reactie op een uitzonderlijke situatie is. Phyllis Chesler, psychologe en befaamd feministe, ontdekte tijdens een (grotendeels onvrijwillig) verblijf in Kabul in het begin van de jaren zestig 'how the subordination and sequestration of women led to a profound estrangement between the sexes —one that led to wife-beating, marital rape and to a rampant but hotly denied male ‘prison’-like homosexuality and pederasty'. Men moet ook niet denken dat dit soort praktijken zich beperkte tot Afghanistan: tijdens de Algerijnse ‘vrijheidsstrijd’ maakten de opstandelingen er een gewoonte van gevangengenomen Franse officieren publiekelijk te verkrachten, teneinde hen zo gruwelijk mogelijk te vernederen. Afghanistan is in tegenstelling tot Algerije nooit gekoloniseerd, dus dergelijke perversiteiten kunnen niet aan de ‘verderfelijke invloed’ van het Westen worden toegeschreven.

Hoe vrouwvijandiger een cultuur, des te sterker de homoseksuele inslag, dat is een ijzeren wet. Het bewijs vindt men in alle tijden en op alle plaatsen: in het oude Griekenland, bij de ‘wilde’ Papoea’s en overal in de islamitische wereld. Echt verbazingwekkend is dat niet: de afkeer van vrouwen zit zo diep dat seksuele omgang nauwelijks een genoegen kan zijn, tenzij deze een onverbloemd sadistische component heeft. Volgens de koran is de vrouw een akker die de man moet ploegen en waarin hij zijn zaad moet planten. 'Ploegen en planten' beduidt gezwoeg, geen genoegen. Er is een Arabisch spreekwoord dat de ware gevoelens duidelijk verwoordt: 'een vrouw voor de plicht, een jongen voor het plezier en een meloen voor de extase'.

De islam kent strenge regels met betrekking tot seksueel gedrag: seksualiteit is alleen geoorloofd binnen het huwelijk (met uitzondering van het bezwangeren van concubines en het verkrachten van slavinnen) en homoseksualiteit is uit den boze ('als een man een andere man bestijgt, beeft –volgens een hadith- de troon van God'). De koran dreigt homoseksuelen met een ‘regen van stenen’ (een misinterpretatie van de straf van Sodom). De sharia schrijft de doodstraf voor, maar moslimjuristen zijn het er niet over eens hoe deze het beste voltrokken kan worden: de schuldigen stenigen of hen van een hoog gebouw werpen. Sodomie wordt scherp veroordeeld, zowel met mannen als met vrouwen. In tegenspraak hiermee is de beschrijving van het paradijs, waar de martelaren zich niet alleen mogen verpozen met 72 maagden, maar ook ‘bediend’ worden door schone jongelingen, die ‘als parels’ zijn, een fraai staaltje van islamitische schizofrenie.

Wat de godsdienstige regels ook mogen voorschrijven, het hoogste gebod voor moslims is het onbetwistbare recht van de (volwassen) man om onbelemmerd aan zijn gerief te komen en zijn potentie te bewijzen door een dominante (en niet zelden sadistische) houding tegenover zwakkeren. De slachtoffers van mannelijk seksueel wangedrag (vrouwen, kinderen, dieren) doen er volstrekt niet toe. Sodomie wordt, ook binnen het huwelijk, nergens zoveel gepraktiseerd als onder moslims. Hetzelfde geldt voor bestialiteit (de voorschriften van de Iraanse ayatollahs over de wijze waarop men zich van de voor bevrediging benutte dieren moet ontdoen zijn zeer verhelderend). Seksueel misbruik van jongens door oudere mannelijke familieleden is schering en inslag, evenals seksueel misbruik van leerlingen door geestelijken in koranscholen. Volgens sommige psychologen is de gewelddadigheid van jonge moslimmannen het logische gevolg van de geperverteerde relaties tussen mannen en vrouwen en tussen mannen onderling. [Serge Trifkovic heeft het over de 'hard-core psychotic homosexuality of the son abandoned by his father, a near-incurable condition that can lead to homicidal, delusional paranoia'.]

Omdat de islam homoseksualiteit verbiedt, komen er onder moslims nauwelijks homo’s voor. Althans, dat beweert men. Het is echter louter een kwestie van definitie. Als een puber een vriendje aftrekt, wordt hij niet als homo beschouwd. Als een drop-out zich voor geld door een ouwe nicht laat klaarzuigen, wordt hij evenmin als homo beschouwd (onder homoseksuele jongensprostituees in Nederland vormen -niet toevallig- Marokkanen de grootste groep). Als een getrouwde man nu en dan de bosjes induikt om een ‘kaaskop’ achterlangs te raggen, wordt hij al helemaal niet als homo beschouwd. In tegendeel: net als de hoofdpersonen in de boeken van Jean Genet schijnen moslims van mening te zijn dat een man die andere mannen neukt dubbel een man is. Het is deze houding die het verkrachten van krijgsgevangenen tot een volstrekt acceptabele daad maakt.

Voor islamieten is de enige ‘echte’ homo de volwassen man die zich vrijwillig anaal laat penetreren en die daarmee de passieve, vrouwelijke rol op zich neemt. Zo iemand is voor hen per definitie impotent, wat hem des te verachtelijker maakt. Westerse homo’s zijn helemaal verdorven, want het zijn in de ogen van moslims mannen die openlijk met hun impotentie koketteren.

Wat het oordeel over homoseksualiteit betreft heeft zich een merkwaardige ommekeer voltrokken. In de 18e en 19e eeuw waren het de stijfburgerlijke Europese reizigers die geschokt reageerden op het publieke vertoon van homoseksuele erotiek in het Ottomaanse rijk en tot voor enkele decennia trokken westerse homo's en masse naar de Maghreb om hun lusten ongestoord te kunnen botvieren, maar onder invloed van de fundamentalistische islam is men in de moslimwereld steeds afwijzender jegens homoseksueel gedrag geworden, terwijl westerse homo's steeds driester op de voorgrond treden.

Niet alleen in de sharia, maar ook in de wereldlijke wetten van zeven islamitische landen (waaronder Iran) staat op homoseksualiteit de doodstraf. Toch heeft de doorsnee homo weinig te vrezen, tenzij hij openlijk met zijn voorliefde te koop loopt. Dat wordt geïllustreerd door een onthullende documentaire over homo’s in Teheran, die recentelijk op de Nederlandse televisie te zien was. Hoewel sommige geïnterviewden er behoorlijk verwijfd uitzagen en de directe familie op de hoogte was van hun seksleven, werd hen geen strobreed in de weg gelegd. (Wat niet wegnam dat de meesten het liefst naar het Westen zouden verkassen.) Ik heb ook nimmer vernomen dat mannen slachtoffer zijn geworden van eerwraak vanwege vermeende homoseksuele misdragingen. Beschuldigingen van homoseksualiteit in de islamitische wereld zijn te vergelijken met de beschuldigingen van hekserij in het Middeleeuwse Europa: een uitgelezen middel om je van tegenstanders en ongewenste groepsleden te ontdoen en om lastig voetvolk in het gareel te houden, dat naar believen van stal wordt gehaald.

Bovenstaande overwegingen zijn van invloed op de vraag hoe we om moeten gaan met homoseksuele asielzoekers. Dat homoseksuelen die ‘uit de kast zijn’ in veel islamitische landen in een allesbehalve aangename positie verkeren staat buiten kijf, maar de mogelijkheid om je als relnicht te kunnen manifesteren is geen fundamenteel mensenrecht. In de islamitische wereld overweegt het ‘don’t ask, don’t tell’ principe en daar valt in het algemeen best mee te leven. Bovendien is het onloochenbaar dat veel van de ‘zielige vervolgde homo’s’ die voor asiel aankloppen de boel gewoon belazeren. Nahed Selim, die geregeld bij verhoren van asielaanvragers tolkt, schreef hierover: 'Bij sommige cliënten kon je je afvragen of het homoverhaal niet gewoon een smoes was om hier asiel te krijgen. Gevraagd naar hun seksuele voorkeur en homo-ervaringen straalden ze zo'n afkeer uit, dat je dacht: Deze man is niet alleen geen homo, hij is zelfs antihomo.'

Het valt niet te ontkennen dat er homo’s ter dood zijn gebracht. Toen Afghanistan in de greep van de Taliban verkeerde waren er geregeld executies (o.a. door een kuil te graven naast een muur en deze boven de veroordeelden te laten instorten, de Talibaanse versie van ‘een regen van stenen’), maar het totaal aantal veroordeelden betrof hoogstens enige tientallen en als je naar muziek luisterde of je baard afschoor liep je zeker zoveel risico. In Iran zijn meer slachtoffers gevallen: de schattingen lopen uiteen van enkele honderden tot enkele duizenden. Het is echter twijfelachtig of dat uitingen waren van pure homohaat. Onlangs werden tot grote verontwaardiging van westerse mensenrechtactivisten twee minderjarige jongens opgehangen. De Iraanse autoriteiten hielden echter staande dat ze niet gedood werden vanwege homoseksualiteit per se (hoewel dat volkomen legaal zou zijn geweest), maar vanwege gepleegde verkrachtingen.

De niet extreem feminiene en zich niet provocerend gedragende homo loopt in de meeste islamitische landen nauwelijks gevaar en het kost weinig moeite de seksuele geaardheid te verbergen. Mannen worden dan misschien het huwelijk ingedreven, maar ze hoeven zich aan hun vrouw niet het minst gelegen te laten liggen en ze worden zelfs aangemoedigd de grootste mate van intimiteit te reserveren voor andere mannen. Zelfs een openlijk vertoon van genegenheid (zoals hand in hand lopen) doet de wenkbrauwen nauwelijks fronsen. Ik vind dan ook niet dat homo’s asiel moeten krijgen louter vanwege hun seksuele voorkeur, al worden ze door hun landgenoten veracht en soms mishandeld. Vrouwen krijgen ook geen asiel louter vanwege hun sekse, terwijl ze veel meer gevaar lopen slachtoffer te worden van overheids- en particulier geweld dan homo’s.

Dit artikel is ook te vinden op de website Het Vrije Volk.