woensdag, april 18, 2007

Wie wil er nog een moslimman?

Bij moslims is een gelijkwaardige seksuele relatie een onmogelijkheid. De vraag dringt zich daarom op wat westerse vrouwen bezielt om zich met een moslimman in te laten. In een dergelijke relatie worden ze immers per definitie als minderwaardig en ondergeschikt beschouwd.

De meeste westerse partners van moslimmannen kan men indelen in een van de drie volgende categorieën:

(1) De Bedrogenen.

Phyllis Chesler, emeritus hoogleraar psychologie en vrouwenstudies aan de City University van New York en een van de coryfeeën van de Amerikaanse vrouwenbeweging, raakte in het begin van de jaren zestig in de ban van een “charmante, verleidelijke en verwesterde" Afghaanse moslim uit een ‘moderne’ en welgestelde familie. Na hun huwelijk vertrok ze met hem naar Kabul voor een (naar zij dacht kortstondig) bezoek aan zijn ouders. Daar aangekomen nam de douane onmiddellijk haar paspoort in beslag, met als gevolg dat ze in feite de gevangene werd van echtgenoot en schoonfamilie. Haar man draaide om als een blad aan een boom. In Amerika waren ze onafscheidelijk en konden ze over alles discussiëren, in Afghanistan behandelde hij haar zoals zijn vader en oudere broer hun vrouwen behandelden: “met geïrriteerde beschaamdheid, kilheid, afstandelijkheid”. Hulp zoeken bij de Amerikaanse ambassade was zinloos: door met een inheemse man te trouwen had ze al haar rechten verloren. Ze ontdekte meer vrouwen die in deze positie verkeerden. Sommigen, die in de jaren 40 en 50 waren getrouwd, hadden zich bekeerd tot de islam en droegen een sluier. Ze schenen zich bij hun situatie neergelegd te hebben. Dat deed Phyllis niet, maar ze leek gedoemd tot een soortgelijk leven. Tot ze doodziek van de hepatitis (haar schoonmoeder had de bedienden verboden nog langer haar water te koken) in het ziekenhuis belandde. Haar schoonvader verschafte haar een visum voor Amerika. Hij was waarschijnlijk dolblij van zijn onaangepaste schoondochter verlost te zijn. Na aankomst op het vliegveld Idlewild kuste ze de grond. Ze was zwanger en als haar schoonfamilie dat geweten had, was ze nooit meer weggekomen. Gezien haar slechte gezondheidstoestand zou ze de bevalling waarschijnlijk niet overleefd hebben.

Door haar ervaringen is Phyllis Chesler nooit slachtoffer geworden van de multiculturele waan die het grootste deel van de vrouwenbeweging in haar greep heeft gekregen en die voormalige feministen hun islamitische seksegenoten op de ergst denkbare wijze heeft doen verraden.

Ik noem vrouwen als Phyllis ‘de bedrogenen’, omdat ze geen flauw idee hadden wat hen te wachten stond toen ze zich lieten meevoeren door een moslimman. Als jonge vrouw leerden ze een op het oog moderne en ontwikkelde man (een student, arts, zakenman, of diplomaat) kennen, die zich enorm uitsloofde om hun hart te veroveren. Hij was weliswaar moslim, maar deed meestal weinig of niets aan het geloof. Vaak bleef het paar aanvankelijk in het westen wonen en bleek pas na geruime tijd dat de man het liefst voorgoed terug wilde naar het land van herkomst. Soms waren de vrouwen er al eens op bezoek geweest en waren zij onder de indruk geraakt van de vriendelijkheid en gastvrijheid van de familie en vrienden van hun echtgenoot. Vestiging in zijn geboorteland leek daarom geen slechte optie, te meer daar ze veronderstelden er in status en gemak (bedienden!) op vooruit te gaan.

Ze beseften niet dat er een fundamenteel verschil is tussen de positie van een gast en die van een schoondochter. In een patriarchale familie neemt de schoondochter de allerlaagste plaats in en is ze de voetveeg van haar schoonmoeder. Er treedt pas een bescheiden verbetering in haar situatie op wanneer ze een zoon baart. Werkelijke invloed krijgt ze niet voor ze zelf schoondochters heeft om te chicaneren. De eens zo vooruitstrevend schijnende echtgenoot vervalt door de invloed van familie en vrienden binnen de kortste keren weer in het cultureel voorgeschreven gedrag. Hij wordt geridiculiseerd als hij te veel aandacht voor zijn vrouw heeft, of rekening houdt met haar wensen. Als hij zijn geloof serieus gaat nemen, wat tegenwoordig steeds vaker voorkomt, wordt hij een echte tiran. Tegen de tijd dat de vrouw beseft dat ze in de val is gelopen, is het meestal te laat. Sommige vrouwen vechten
voor hun onafhankelijkheid (zie het verhaal van
‘Dutch’), maar de meesten berusten uiteindelijk in hun weinig benijdenswaardige lot.

(2) De Naïeven.

Westerse vrouwen worden opgevoed met het waanidee dat ‘liefde alles overwint’ en dat ‘ze hun hart moeten volgen’. Daarom rinkelen er niet genoeg alarmbellen als ze ‘verliefd’ worden op een moslim. Ze zijn maar al te graag bereid te geloven dat hun gevoelens worden beantwoord. Een enkele maal zal dat inderdaad het geval zijn, maar meestal is deze man er alleen maar op uit om gebruik van hen te maken:
- Ze worden gebruikt als seksuele uitlaatklep. Veel jonge moslims streven ernaar zoveel mogelijk westerse vrouwen af te werken voor ze doen wat er van hen verwacht wordt: trouwen met een moslimmeisje dat door hun ouders is uitgezocht.
- Ze worden gebruikt als middel van bestaan. Veel vurige moslimminnaars ontpoppen zich als ‘loverboys’ die een meisje eerst het hoofd op hol brengen om vervolgens te proberen haar met mooie woorden of desnoods met (dreiging van) geweld achter het raam te krijgen.
- Ze worden gebruikt als toegangspoort tot Europa. Voor veel armlastige mannen is trouwen met een Europese ingezetene de makkelijkste manier om een land van melk en honing binnen te komen. Dutch, de moderator van het Nederlandse FaithFreedom Forum, maakte tijdens een vliegreis kennis met twee middelbare Belgische vrouwen die voorzien van de benodigde papieren naar Tunesië reisden om met hun half zo oude verloofdes trouwen. Ze waren lyrisch over hen: het waren de "liefste, patentste en zorgzaamste kerels ter wereld". Dutch ontdekte dat de ‘verloofdes’ aanmerkelijk minder lyrisch waren over hun aanstaanden, maar hun misprijzende commentaar ontging de Belgische nitwits jammer genoeg.

Men moet niet denken dat alleen zeer jonge en zeer domme vrouwen in deze hoogstandjes van taqiyya trappen. In het verleden nam ik geregeld deel aan georganiseerde reizen en daarbij viel het mij op hoeveel vrouwen zodra ze de grens gepasseerd waren ieder greintje gezond verstand overboord zetten en zich in de armen stortten van mannen die ze in Nederland geen blik waardig zouden keuren. Zo legde tijdens een Marokko-reis een van de alleengaande vrouwen, een juriste van begin dertig, het aan met het hulpje van de chauffeur, een vrijwel ongeletterde, graatmagere tiener zonder voortanden. Aan het eind van de reis pronkte hij vol trots met zijn splinternieuwe leren jack en was zij al op bezoek geweest bij zijn familie (“zo gastvrij”). Hoe het is afgelopen weet ik niet, maar aangezien een Marokkaan die je de weg wees al van mening was dat je hem als tegenprestatie wel mee mocht nemen naar Nederland, zou het me niets verbazen als hij nu hier rondscharrelt, een stuk dikker en voorzien van een stel spierwitte valse tanden.

Aangezien het hoofddoel van laatstgenoemde mannen een verblijfsvergunning voor Nederland (of een ander Europees land) is, hebben hun slachtoffers tenminste nog de troost dat de band met hun familie en vrienden in de meeste gevallen niet helemaal doorgesneden wordt en dat ze niet totaal van steun verstoken zijn als ze het parasitaire gedrag niet langer pikken.

(3) De Masochisten.

Niet alle vrouwen zijn geheel onwetend als ze zich vergooien aan een moslimman. Er is een groep vrouwen die zich aangetrokken voelt tot de islam, zich bekeert en bewust een moslimechtgenoot zoekt. Het is onmiskenbaar dat de meesten van deze bekeerlingen een zeer negatief zelfbeeld hebben (of beter gezegd, een behoorlijke portie zelfhaat koesteren). Ze hebben vaak een strengreligieuze achtergrond (katholiek of gereformeerd), maar de liberaliseringstendens in het huidige christendom heeft hen beroofd van broodnodige zekerheden. Ze voelen zich veiliger binnen het keurslijf van de islam, waar zelfs de meest simpele handelingen zijn gereguleerd. Veel van deze vrouwen zijn niet bepaald aantrekkelijk: ze behoren overduidelijk tot de verliezers op de Nederlandse relatiemarkt. Wat een verademing schijnt dan een relatie waarin het uiterlijk geen enkele rol speelt. Islamitische huwelijksgegadigden zijn er volop: deze vrouwen verschaffen toegang tot een westers welvaartsparadijs en ook de gedachte ongestraft een lid van een superieure groep te kunnen vernederen is voor vele moslims onweerstaanbaar. De buitenkant telt voor hen natuurlijk net zo zeer, maar compensatie voor het gebrek aan uiterlijk schoon van hun nieuwbakken echtgenotes is makkelijk te vinden.

Omdat deze vrouwen hun omgeving en zichzelf per se willen bewijzen dat ze de juiste keuze gemaakt hebben, worden ze vaak bijzonder fanatiek. Hoofddoeken en sluiers zijn vanzelfsprekend en degenen die het meest zuiver in de leer zijn zouden zelfs het liefst een boerka dragen. Niet zelden breken ze met hun 'ongelovige' familie. De weg terug, hoe graag sommigen deze diep in hun hart misschien zouden willen kiezen nadat ze de ‘ware islam’ hebben leren kennen, is afgesloten -al is het alleen maar omdat ze als ‘afvallige’ hun leven niet meer zeker zijn.

Het gros van de vrouwen die zich laten verleiden door een moslimman zijn volkomen onkundig van de ‘ware islam’. Ze krijgen hoogstens een ‘vanilleversie’ gepresenteerd, waarbij hen de conclusie wordt opgedrongen dat er geen wezenlijk verschil is met het christendom. Ze komen onvermijdelijk van een koude kermis thuis. Terwijl het voor moslimmannen aanbevelenswaardig is zich vóór het huwelijk niet veel gelegen te laten liggen aan de regels van de islam (en men dus ten onrechte tot de conclusie kan komen dat het geloof hun niet veel beduidt), is dat na de grote stap wel anders. Er zijn voor de man enorme voordelen verbonden aan een ‘echt islamitisch huwelijk’: verzorging rond de klok, seks wanneer je maar wilt, absolute gehoorzaamheid en de mogelijkheid dit alles met geweld af te dwingen. Veel moslimmannen gaan hun religie dan ook plotseling in een heel nieuw licht zien. Vrouwen die in de veronderstelling verkeerden dat hun echtgenoot er een van het ‘gematigde’ soort was, ontdekken opeens zijn ware aard. Niet zelden worden ze fors onder druk gezet om zich te bekeren tot de islam, hoewel hen eerst was voorgespiegeld dat hun afwijkende geloof (of ongeloof) geen probleem was. Indien ze, om van het gezeur af te zijn, in bekering toestemmen, is het hek van de dam en zal hun echtgenoot niet rusten voordat ze zijn getransformeerd tot een puur islamitische huissloof. Om hun triomf te vieren noemen sommige mannen hun eerstgeboren zoon ‘Overwinning’.

Het mag dan ook geen verbazing wekken dat een onevenredig deel van deze huwelijken geen lang leven beschoren is. Na de scheiding begint voor vele vrouwen de hel pas echt. Menige moslimman kan het onmogelijk verkroppen ‘aan de kant te zijn gezet’ en uit wraak terroriseert hij zijn ex-vrouw nog erger dan tevoren. Het meest effectieve middel is het ontvoeren van de kinderen naar het oude vaderland. Aangezien volgens de sharia en de wetten van de meeste moslimlanden de kinderen aan de vader toebehoren, is het uiterst moeilijk hen weer met hun moeder te verenigen.

Het trieste verhaal van Betty Mahmoody is algemeen bekend. In ons land kunnen de avonturen van Sara en Ammar weinigen zijn ontgaan. De Belgische Geneviève Lhermitte raakte zo depressief van haar ongelukkige huwelijk dat ze haar vijf kinderen de keel doorsneed, hetgeen ook het nodige opzien baarde. Het internet staat vol hartverscheurende verhalen van (ex-)partners van moslims. Je zou dus verwachten dat westerse vrouwen zo langzamerhand voldoende gewaarschuwd zijn en dat ze moslimmannen mijden als de pest, maar velen schijnen ziende blind en horende doof te zijn (waarvan types als Anja Meulenbelt het meest afschrikwekkende bewijs vormen).

Westerse vrouwen die zich, tegen beter weten in, met een moslimman afgeven verdienen daarom alles wat hen overkomt.

Dit artikel is ook te vinden op de website Het Vrije Volk.