zaterdag, maart 31, 2007

Islamitische hypocrisie.

Russische krijgsgevangenen in Afghanistan werden stelselmatig verkracht. Nadat een hele troep mujahedin er overheen was gegaan, werden ze gewoonlijk afgeslacht. Alleen de appetijtelijksten werden nog een tijdje in leven gehouden om de geile communistenhaters verder van dienst te zijn. Niemand in Afghanistan vond dit onislamitisch.

Men moet niet denken dat dit uitzonderlijk gedrag als reactie op een uitzonderlijke situatie is. Phyllis Chesler, psychologe en befaamd feministe, ontdekte tijdens een (grotendeels onvrijwillig) verblijf in Kabul in het begin van de jaren zestig 'how the subordination and sequestration of women led to a profound estrangement between the sexes —one that led to wife-beating, marital rape and to a rampant but hotly denied male ‘prison’-like homosexuality and pederasty'. Men moet ook niet denken dat dit soort praktijken zich beperkte tot Afghanistan: tijdens de Algerijnse ‘vrijheidsstrijd’ maakten de opstandelingen er een gewoonte van gevangengenomen Franse officieren publiekelijk te verkrachten, teneinde hen zo gruwelijk mogelijk te vernederen. Afghanistan is in tegenstelling tot Algerije nooit gekoloniseerd, dus dergelijke perversiteiten kunnen niet aan de ‘verderfelijke invloed’ van het Westen worden toegeschreven.

Hoe vrouwvijandiger een cultuur, des te sterker de homoseksuele inslag, dat is een ijzeren wet. Het bewijs vindt men in alle tijden en op alle plaatsen: in het oude Griekenland, bij de ‘wilde’ Papoea’s en overal in de islamitische wereld. Echt verbazingwekkend is dat niet: de afkeer van vrouwen zit zo diep dat seksuele omgang nauwelijks een genoegen kan zijn, tenzij deze een onverbloemd sadistische component heeft. Volgens de koran is de vrouw een akker die de man moet ploegen en waarin hij zijn zaad moet planten. 'Ploegen en planten' beduidt gezwoeg, geen genoegen. Er is een Arabisch spreekwoord dat de ware gevoelens duidelijk verwoordt: 'een vrouw voor de plicht, een jongen voor het plezier en een meloen voor de extase'.

De islam kent strenge regels met betrekking tot seksueel gedrag: seksualiteit is alleen geoorloofd binnen het huwelijk (met uitzondering van het bezwangeren van concubines en het verkrachten van slavinnen) en homoseksualiteit is uit den boze ('als een man een andere man bestijgt, beeft –volgens een hadith- de troon van God'). De koran dreigt homoseksuelen met een ‘regen van stenen’ (een misinterpretatie van de straf van Sodom). De sharia schrijft de doodstraf voor, maar moslimjuristen zijn het er niet over eens hoe deze het beste voltrokken kan worden: de schuldigen stenigen of hen van een hoog gebouw werpen. Sodomie wordt scherp veroordeeld, zowel met mannen als met vrouwen. In tegenspraak hiermee is de beschrijving van het paradijs, waar de martelaren zich niet alleen mogen verpozen met 72 maagden, maar ook ‘bediend’ worden door schone jongelingen, die ‘als parels’ zijn, een fraai staaltje van islamitische schizofrenie.

Wat de godsdienstige regels ook mogen voorschrijven, het hoogste gebod voor moslims is het onbetwistbare recht van de (volwassen) man om onbelemmerd aan zijn gerief te komen en zijn potentie te bewijzen door een dominante (en niet zelden sadistische) houding tegenover zwakkeren. De slachtoffers van mannelijk seksueel wangedrag (vrouwen, kinderen, dieren) doen er volstrekt niet toe. Sodomie wordt, ook binnen het huwelijk, nergens zoveel gepraktiseerd als onder moslims. Hetzelfde geldt voor bestialiteit (de voorschriften van de Iraanse ayatollahs over de wijze waarop men zich van de voor bevrediging benutte dieren moet ontdoen zijn zeer verhelderend). Seksueel misbruik van jongens door oudere mannelijke familieleden is schering en inslag, evenals seksueel misbruik van leerlingen door geestelijken in koranscholen. Volgens sommige psychologen is de gewelddadigheid van jonge moslimmannen het logische gevolg van de geperverteerde relaties tussen mannen en vrouwen en tussen mannen onderling. [Serge Trifkovic heeft het over de 'hard-core psychotic homosexuality of the son abandoned by his father, a near-incurable condition that can lead to homicidal, delusional paranoia'.]

Omdat de islam homoseksualiteit verbiedt, komen er onder moslims nauwelijks homo’s voor. Althans, dat beweert men. Het is echter louter een kwestie van definitie. Als een puber een vriendje aftrekt, wordt hij niet als homo beschouwd. Als een drop-out zich voor geld door een ouwe nicht laat klaarzuigen, wordt hij evenmin als homo beschouwd (onder homoseksuele jongensprostituees in Nederland vormen -niet toevallig- Marokkanen de grootste groep). Als een getrouwde man nu en dan de bosjes induikt om een ‘kaaskop’ achterlangs te raggen, wordt hij al helemaal niet als homo beschouwd. In tegendeel: net als de hoofdpersonen in de boeken van Jean Genet schijnen moslims van mening te zijn dat een man die andere mannen neukt dubbel een man is. Het is deze houding die het verkrachten van krijgsgevangenen tot een volstrekt acceptabele daad maakt.

Voor islamieten is de enige ‘echte’ homo de volwassen man die zich vrijwillig anaal laat penetreren en die daarmee de passieve, vrouwelijke rol op zich neemt. Zo iemand is voor hen per definitie impotent, wat hem des te verachtelijker maakt. Westerse homo’s zijn helemaal verdorven, want het zijn in de ogen van moslims mannen die openlijk met hun impotentie koketteren.

Wat het oordeel over homoseksualiteit betreft heeft zich een merkwaardige ommekeer voltrokken. In de 18e en 19e eeuw waren het de stijfburgerlijke Europese reizigers die geschokt reageerden op het publieke vertoon van homoseksuele erotiek in het Ottomaanse rijk en tot voor enkele decennia trokken westerse homo's en masse naar de Maghreb om hun lusten ongestoord te kunnen botvieren, maar onder invloed van de fundamentalistische islam is men in de moslimwereld steeds afwijzender jegens homoseksueel gedrag geworden, terwijl westerse homo's steeds driester op de voorgrond treden.

Niet alleen in de sharia, maar ook in de wereldlijke wetten van zeven islamitische landen (waaronder Iran) staat op homoseksualiteit de doodstraf. Toch heeft de doorsnee homo weinig te vrezen, tenzij hij openlijk met zijn voorliefde te koop loopt. Dat wordt geïllustreerd door een onthullende documentaire over homo’s in Teheran, die recentelijk op de Nederlandse televisie te zien was. Hoewel sommige geïnterviewden er behoorlijk verwijfd uitzagen en de directe familie op de hoogte was van hun seksleven, werd hen geen strobreed in de weg gelegd. (Wat niet wegnam dat de meesten het liefst naar het Westen zouden verkassen.) Ik heb ook nimmer vernomen dat mannen slachtoffer zijn geworden van eerwraak vanwege vermeende homoseksuele misdragingen. Beschuldigingen van homoseksualiteit in de islamitische wereld zijn te vergelijken met de beschuldigingen van hekserij in het Middeleeuwse Europa: een uitgelezen middel om je van tegenstanders en ongewenste groepsleden te ontdoen en om lastig voetvolk in het gareel te houden, dat naar believen van stal wordt gehaald.

Bovenstaande overwegingen zijn van invloed op de vraag hoe we om moeten gaan met homoseksuele asielzoekers. Dat homoseksuelen die ‘uit de kast zijn’ in veel islamitische landen in een allesbehalve aangename positie verkeren staat buiten kijf, maar de mogelijkheid om je als relnicht te kunnen manifesteren is geen fundamenteel mensenrecht. In de islamitische wereld overweegt het ‘don’t ask, don’t tell’ principe en daar valt in het algemeen best mee te leven. Bovendien is het onloochenbaar dat veel van de ‘zielige vervolgde homo’s’ die voor asiel aankloppen de boel gewoon belazeren. Nahed Selim, die geregeld bij verhoren van asielaanvragers tolkt, schreef hierover: 'Bij sommige cliënten kon je je afvragen of het homoverhaal niet gewoon een smoes was om hier asiel te krijgen. Gevraagd naar hun seksuele voorkeur en homo-ervaringen straalden ze zo'n afkeer uit, dat je dacht: Deze man is niet alleen geen homo, hij is zelfs antihomo.'

Het valt niet te ontkennen dat er homo’s ter dood zijn gebracht. Toen Afghanistan in de greep van de Taliban verkeerde waren er geregeld executies (o.a. door een kuil te graven naast een muur en deze boven de veroordeelden te laten instorten, de Talibaanse versie van ‘een regen van stenen’), maar het totaal aantal veroordeelden betrof hoogstens enige tientallen en als je naar muziek luisterde of je baard afschoor liep je zeker zoveel risico. In Iran zijn meer slachtoffers gevallen: de schattingen lopen uiteen van enkele honderden tot enkele duizenden. Het is echter twijfelachtig of dat uitingen waren van pure homohaat. Onlangs werden tot grote verontwaardiging van westerse mensenrechtactivisten twee minderjarige jongens opgehangen. De Iraanse autoriteiten hielden echter staande dat ze niet gedood werden vanwege homoseksualiteit per se (hoewel dat volkomen legaal zou zijn geweest), maar vanwege gepleegde verkrachtingen.

De niet extreem feminiene en zich niet provocerend gedragende homo loopt in de meeste islamitische landen nauwelijks gevaar en het kost weinig moeite de seksuele geaardheid te verbergen. Mannen worden dan misschien het huwelijk ingedreven, maar ze hoeven zich aan hun vrouw niet het minst gelegen te laten liggen en ze worden zelfs aangemoedigd de grootste mate van intimiteit te reserveren voor andere mannen. Zelfs een openlijk vertoon van genegenheid (zoals hand in hand lopen) doet de wenkbrauwen nauwelijks fronsen. Ik vind dan ook niet dat homo’s asiel moeten krijgen louter vanwege hun seksuele voorkeur, al worden ze door hun landgenoten veracht en soms mishandeld. Vrouwen krijgen ook geen asiel louter vanwege hun sekse, terwijl ze veel meer gevaar lopen slachtoffer te worden van overheids- en particulier geweld dan homo’s.

Dit artikel is ook te vinden op de website Het Vrije Volk.

zondag, maart 04, 2007

Stemadvies voor 7 maart.

Wat het beeld van de islam momenteel het meest bepaalt zijn radicalisering, haat, intolerantie en geweld jegens andersdenkenden. Zaken die botsen met de waarden die in Nederland gekoesterd worden.

Vanuit die overtuiging kan
[de partij] onmogelijk de opvatting delen dat alle godsdiensten gelijk zijn. Dat is niet zo. Niet alleen inhoudelijk zijn er hemelsbrede verschillen, in het licht van onze geschiedenis en cultuur is het ook historisch onjuist alle religies over één kam te scheren. Moskeeën zijn allesbehalve een verrijking voor Nederland.

Er is in de voorbije kabinetsperiode veel geïnvesteerd in nieuwe wetten en maatregelen die ertoe moeten leiden dat het in Nederland goed samen leven is en blijft. Dat vergde en vergt veel aanpassingen, vooral van degenen die tot dan toe dachten dat wie eenmaal ‘binnen’ was figuurlijk evenééns binnen was. De tijd van vrijblijvendheid is voorbij. Naast rechten zijn er plichten, die ook daadwerkelijk moeten worden nageleefd. Van niemand mag verwacht worden dat hij of zij de schutskleur aanneemt van de (platte) Nederlandse massacultuur, maar iedereen is wél gehouden zich aan de Nederlandse wetten en regels te houden. Dat is wel het minste. Bovendien mag verwacht worden dat wie hier, al dan niet tijdelijk, wil blijven, zich de moeite getroost om zich ook zelfstandig te kunnen redden.

De mogelijkheden om er een dubbele nationaliteit op na te houden moeten worden beperkt tot gevallen waarin het land van herkomst het opgeven van de ‘herkomstnationaliteit’ feitelijk of juridisch onmogelijk maakt.

Wie in woord en/of daad er blijkt van geeft een gevaar te zijn voor onze samenleving moet het Nederlanderschap (kunnen) worden ontnomen.

Mede om gettovorming en een gevaarlijk isolement te voorkomen is (de opbouw van) een ‘islamitische zuil’ hoogst onwenselijk.

Gebeuren er op islamitische scholen of in moskeeën dingen die niet door de beugel kunnen (zoals het zaaien van haat of het verheerlijken van geweld), dan moeten die scholen en moskeeën gesloten worden.

De bouw van moskeeën mag niet worden bevorderd. In ieder geval mag er geen vergunning worden verleend voor de bouw van opzichtige ‘megamoskeeën’.

Radicaal-islamitische invloeden vanuit het buitenland, waaronder de komst van haatzaaiende imams naar Nederland
[moeten] met kracht [worden] tegengegaan.

Antisemitisme leeft breed onder moslims, waarbij de diepgewortelde Jodenhaat wordt aangewakkerd door radicale zenders en andere media, die er alles aan doen om het westen, Israël in het bijzonder, te demoniseren. Nederland moet daarom al het mogelijke doen om zulke zenders te blokkeren en ook internationaal aandringen op en werken aan harde maatregelen.

Uitingen van antisemitisme, waaronder het ontkennen van de holocaust, moeten consequent en hard worden aangepakt. Het OM laat dit punt nog té veel sloffen.

Politiek asiel is een recht dat van oudsher verleend werd aan mensen die in het gebied waar ze vandaan kwamen, vervolgd werden en gevaar liepen ‘voor lijf en leden’. Voor deze ‘noodgevallen’ moet er, ondanks het feit dat Nederland een klein land is met een relatief hoog inwonertal, plaats zijn.
[…] De andere kant van de medaille is dat asiel in principe tot dit soort noodgevallen beperkt moet worden, en dat, als ‘de kust weer veilig is’, de terugkeer naar het land van herkomst in de rede ligt.

De scherpe eisen voor reguliere migratie (inkomen, leeftijd, woning) moeten worden gehandhaafd.

Te veel uitgeprocedeerden vertrekken met onbekende bestemming. In de praktijk betekent dat dikwijls: illegaal verblijf in Nederland. Terugkeer onder toezicht van de Nederlandse autoriteiten moet daarom uitgebreid worden.

Islamitische liefdadigheidsorganisaties waarvan het vermoeden bestaat dat zij (voor een belangrijk deel) gefinancierd worden vanuit het buitenland en waarbij er een verdenking is van mogelijk gevaarlijke connecties, moeten verplicht kunnen worden controle toe te staan op hun boekhouding.

Het is fnuikend voor het rechtsgevoel, en dus ook voor het vertrouwen in de rechtsstaat, als criminelen er met een straf van af komen die nauwelijks als een straf ervaren wordt. Even slecht is het als veroordeelden, omdat er te weinig cellen zijn, binnen de kortste keren weer vrij rond lopen. Zoals het evenzeer ergerniswekkend is als strafzaken te lang duren. Om verdere erosie van het overheidsgezag te voorkomen, moet er van deze knelpunten meer werk worden gemaakt.

Onverbeterlijke delinquenten moeten in werkkampen worden opgesloten en
[worden] ‘heropgevoed’.

Er moet een eind komen aan de praktijk dat gevangenen vervroegd worden vrijgelaten.

Voor uitzonderlijk ernstige en onomstotelijk bewezen gevallen van moord, zoals oorlogsmisdaden of aanslagen gepleegd met een terroristisch motief, moet het (weer) mogelijk worden om de doodstraf uit te spreken.

Artikel 1 van de Grondwet mag niet gaan fungeren als maatstaf voor alle andere artikelen. Grondrechten zijn niet onbegrensd en houden elkaar in balans. Daarom is het aanbrengen van een rangorde in de grondrechten onverstandig en ongewenst.

Het onverwachte en duidelijke ‘nee’ van Nederland en Frankrijk tegen de ‘Europese Grondwet’ toont aan dat de meesten niets moeten hebben van een grote Europese superstaat. Niet dat ‘men’ iets heeft tegen samenwerking, want de noodzaak daarvan ziet iederéén wel in. Nee, het punt is dat de inwoners van de landen van Europa willen dat die samenwerking ‘probleemoplossend’ is voor zaken waar ze dagelijks tegenaan lopen. Politici die daar anders over dachten, staan nu met beide benen op de grond en moeten daar vooral ook blijven staan. De ‘Europese’ inzet voor de komende jaren moet dan ook vooral gelegen zijn in ‘praktische’ samenwerking waar dat nodig blijkt. Het behoud van zoveel mogelijk zelfstandige beslissingsbevoegdheid van de nationale staat is en blijft uitgangspunt.

De EU moet op de middellange termijn geen nieuwe lidmaatschapstoezeggingen aan landen doen.

Turkije hoort noch geografisch noch cultureel-religieus bij Europa en moet dus geen lid worden van de EU.

Nederland moet waar mogelijk in de EU en in andere internationale verbanden consequent en helder Israël steunen. Het allerbelangrijkste daarbij is het gerechtvaardigde belang van de Israëli’s om in eigen land veilig te kunnen wonen en werken.

De Palestijnse Hamasregering mag geen Nederlandse hulp (meer) krijgen. Het is dwaas dat ‘het westen’ (Europa en de VS) méér hulp geven aan de Palestijnen dan alle Arabische landen bij elkaar, die overigens wel het terrorisme steunen. Dat neemt niet weg dat Nederland bereid moet zijn om humanitaire hulp te geven aan ‘fatsoenlijke’ Palestijnse burgers en organisaties.

Pogingen van Israël om Hezbollah, Hamas en andere terroristische organisaties aan te pakken moeten door Nederland moreel en materieel worden ondersteund.

Acties, ook preventief als er sprake is van een acute dreiging, om terroristen aan te pakken zijn gerechtvaardigd.

De mogelijkheid van een mogelijke doodstraf mag geen reden zijn om van terrorisme verdachte personen niet uit te leveren, mits de toepassing ervan met goede rechtswaarborgen omgeven is.

In het verleden heb ik zelden gestemd bij de Provinciale Verkiezingen. Ik achtte de Provinciale Staten een overbodige bestuurslaag en zelfs het feit dat ze de samenstelling van de Eerste Kamer bepalen was geen voldoende aansporing om me naar het stembureau te slepen: de partijverhouding verschilde meestal niet veel van die van de Tweede Kamer en van haar vermogen tot ‘réflection’ heb ik nooit een hoge dunk gehad.

De situatie is echter veranderd. De huidige regeringscoalitie staat een beleid voor dat me met walging vervult en heeft slechts een geringe meerderheid. De gebeurtenissen in de afgelopen weken hebben de steun voor het regeringsbeleid in de samenleving flink doen afkalven. Bij de verkiezingen van 7 maart is een cruciale verschuiving in de verhoudingen bepaald niet ondenkbaar. Dat geeft op zijn minst een krachtig signaal aan de regering en mogelijk kan er in de Eerste Kamer een stokje worden gestoken voor de meest ondoordachte beleidsplannen.

Gaan stemmen bij deze verkiezingen is dus van eminent belang. Maar op wie? Mijn favoriete partij, de PVV, doet niet mee. Ik kan me goed voorstellen dat Geert Wilders geen LPF-toestanden in zijn partij wil, maar toch is het een gemiste kans. Wilders heeft zijn aanhangers aangeraden om een blanco stem uit te brengen, maar dat is een even zinloze geste als thuisblijven. Anderen hebben voorgesteld om op de laatste kandidaat van de VVD-lijsten te stemmen in de hoop dat de boodschap overkomt. De meerderheid binnen de VVD is echter voor toetreding van Turkije tot de EU en voor het binnenlaten van immigranten uit economische motieven. Daarvoor zullen zij mijn steun nooit krijgen.

De houding t.o.v. de islam, immigratie en Turkije is de lakmoestest die bepaalt of een partij mijn stem waard is en gelukkig heb ik een alternatief voor de PVV gevonden. Bovenstaande uitspraken, die ik (en naar ik aanneem een groot deel van de bezoekers van deze website) volmondig onderschrijf, komen uit het verkiezingsprogramma van de SGP
. Deze partij heeft een groot aantal standpunten waar ik het absoluut niet mee eens ben, vooral op het gebied van de gezinspolitiek en de ethiek (en ik moet eerlijk bekennen dat ik het grootste deel van hun programma niet eens gelezen heb om me niet overmatig te hoeven ergeren), maar ook nu moet wat het zwaarst is het zwaarst wegen en wat mij betreft heeft het tegenhouden van de verdere islamisering van Nederland de hoogste prioriteit. Een opvallende winst van de SGP is een niet mis te verstane waarschuwing aan het adres van de regeringspartijen (vooral de CU). Het zou buitengewoon droef zijn als PVV-stemmers uitwijken naar de SP. Ik vermoed dat de standpunten van de SP op veel van bovengenoemde punten niet eens zoveel van die van de SGP afwijken, maar de partijbonzen zijn angstvallig zwijgzaam over deze zaken en hun lafheid mag vooral niet beloond worden.

Het is ronduit ironisch dat ik, een overtuigde atheïst, secularist en feminist, geen andere optie zie dan te stemmen op de SGP, maar politiek maakt nu eenmaal vreemde bedgenoten.

Dit artikel is ook te vinden op de website Het Vrije Volk.

vrijdag, maart 02, 2007

Multiculturele indoctrinatie.

Reclames bieden vaak een onthullende kijk op de maatschappij. Dat het gif van de multiculturele ideologie is doorgedrongen tot in de wortels van onze samenleving wordt bewezen door een recente spot. Hierin maken we kennis met een volmaakt geassimileerde zwarte Nederlander. Hij is een fervent Oranjefan, schaatst ietwat wankelend maar onversaagd zijn rondjes op het (helaas tegenwoordig kunstmatige) ijs, draait zijn mond niet om voor het verorberen van een zoute haring en zit ’s avonds innig tevreden achter een dampend bord kruimige aardappels, gehakt en bloemkool met een melksausje. Zijn meewarig ogende blonde echtgenote zet zichzelf en haar schoonfamilie liever roti voor. Natuurlijk is het er de reclamemakers uitsluitend om te doen zoveel mogelijk pakken zelfmaakroti te verkopen, maar de impliciete boodschap is duidelijk: een allochtoon die zich aanpast aan de Nederlandse gewoonten is een lachwekkende sukkel, een Nederlandse die zich stort op het voedsel van immigranten heeft het helemaal begrepen. Zelfdepreciatie is een essentieel onderdeel van de multiculturele ideologie –voor westerlingen tenminste.

De bedoelingen van de makers van de reclameserie 'op initiatief van verschillende mensen' zijn heel wat minder impliciet. In het kader van de actie &.nl worden we doodgegooid met filmpjes die de multiculturele samensmelting verheerlijken. De toonbeelden van harmonie worden zogenaamd aangedragen door de betrokkenen zelf. De blijde boodschap is dat we er zelf zoveel beter van worden als we de nieuwe heilsleer volgen. De winkel van de multiculturele slager barst uit zijn voegen, de multiculturele handelaar in auto-onderdelen is binnen vijf jaar wel 25% gegroeid door de “dynamische sfeer” die er in het bedrijf heerst (zoals een gebrekkig Nederlands sprekende medewerker ons wil doen geloven) en 70% van de deelneemsters aan een multicultureel vrouwenclubje zijn doorgestroomd naar een betaalde baan. Dit zijn enkele van de sprookjes die ons vrijwel dagelijks worden voorgeschoteld, want als een leugen maar groot genoeg is en maar vaak genoeg herhaald wordt (en een van de grootste leugens is dat immigratie goed is voor onze economie), zijn er altijd mensen die erin gaan geloven. De campagne is vorig jaar van start gegaan en behalve van reclames bedient men zich van sectorbijeenkomsten, evenementen, prijsuitreikingen en ambassadeurs (vertegenwoordigers van de politieke, economische en culturele ‘elite’, zoals Doekle Terpstra, Eelco Brinkman en Ans Marcus). De vraag door wie dit allemaal betaald wordt, zal wel onbeantwoord blijven.

Onze christelijk-socialistische regering heeft ‘de boel bij elkaar houden’ door het opheffen van achterstanden gepromoveerd tot haar voornaamste doelstelling. Ik kan niet anders zeggen dan dat ze hun geld inzetten waar hun mond is. Helaas komt een onevenredig deel van de extra uitgaven (voor onderwijs, probleemwijken, e.d.) ten goede aan de ‘allahtonen’, terwijl de extra benodigde belastinggelden voor een onevenredig deel geroofd worden uit de zakken van de autochtonen. Om te voorkomen dat zelfs de eigen achterban zich gaat verzetten, wordt de druk om zich tot het multiculturele geloof te bekeren steeds groter. De voorgangers in de multiculturele kerk bedienen zich daarbij van een veelheid aan indoctrinatiemethoden, bijvoorbeeld:

(1) Het verzwijgen en verhullen van de waarheid.
Wetenschap en journalistiek gaan hierbij hand in hand met de politiek. Beide sectoren worden gedomineerd door de erfgenamen van het revolutionaire elan van de jaren zestig, die de marxistische idealen nog altijd hoog in het vaandel hebben (voor hen geldt het adagium ‘komt links op, gaat rechts af’ duidelijk niet). Wetenschappers laten problemen die om onderzoek schreeuwen links liggen, of weigeren onaangename uitkomsten te publiceren. De weinigen die zich van de politiek correcte cultuur niets aantrekken worden door hun vakgenoten verketterd of monddood gemaakt. Voor journalisten is objectiviteit een vies woord geworden. Minderheden mogen vooral niet ‘gestigmatiseerd’ worden. Het weglaten van onwelgevallige informatie is usance geworden, nieuws en opinie worden tot een onuitwarbare kluwen ineengevlochten en aan wederhoor hebben de meeste nieuwsgaarders tegenwoordig een broertje dood. Het verhullend taalgebruik viert hoogtij: zo worden de bewoners van onze hoofdstad niet langer belaagd door 'Kutmarokkanen', maar door 'Amsterdamse Rotjongens'. Een andere truc is de ’selectieve nuance’: het is opvallend dat bij gesneefde Palestijnen steevast vermeld wordt hoeveel vrouwen en kinderen er onder de slachtoffers zijn en bij Israëlische slachtoffers nooit (waarmee men de indruk probeert te wekken dat het hier louter brute militairen of perfide kolonisten betreft).

(2) Het ‘verbeeten’ van het publieke debat.
De propagandisten van de multiculturele ideologie hebben liever niet dat de problemen van de multiculturele samenleving openlijk bediscussieerd worden. Maar, zoals de reactie op de dictatoriale ingreep van Kamervoorzitter Gerdi Verbeet tijdens het debat over de nieuwe regeringsploeg bewees, de publieke discussie laat zich dankzij het internet niet meer zo gemakkelijk smoren. Niet dat de politiek zich van de uitkomsten iets aan zal trekken: 60% van de Nederlanders mag dan tegen het bezit van een dubbele nationaliteit door gezagsdragers en volksvertegenwoordigers zijn, meer dan 90% van de Kamerleden zal een eventuele motie van de PVV over deze kwestie verwerpen. De politiek heeft namelijk twee belangrijke lessen geleerd van het kiezersgedrag in de afgelopen jaren: (a) als men het volk een oordeel laat uitspreken over een politieke kwestie, dan kan de uitkomst wel eens niet de gewenste zijn (het referendum over de Europese grondwet) en (b) als men de publieke opinie ignoreert en het stilzwijgen bewaart over meest fundamentele problemen in de samenleving, dan wordt men er electoraal niet voor afgestraft (de verkiezingen van november 2006).

(3) Het demoniseren van de ‘ongelovigen’.
Mensen die vraagtekens zetten bij de uitgangspunten van de multiculturele ideologie (zoals de gelijkwaardigheid van alle culturen) of bij de praktijk van het multiculturele samenleven, worden weggezet als xenofoben, racisten en neo-nazi’s. Zij ‘polariseren’, ‘gooien olie op het vuur’ en ‘drijven de gematigde moslims in de armen van de fundamentalisten’ volgens hun tegenstanders. De aanhangers van de multiculturele heilsleer weten vaak weinig of niets van andere culturen en religies en ze waken er angstvallig voor enige kennis te vergaren, want ignorance is bliss. In tegenstelling tot de meesten van hen weet ik wél waar ik het over heb en ik beschouw het stempel van ‘islamofoob’ dan ook als een geuzennaam.

(4) Het ondermijnen van de Nederlandse cultuur.
Voor je iets nieuws kunt creëren, moet de oude ballast uit de weg worden geruimd. Dus wordt de Nederlandse cultuur gebagatelliseerd en geridiculiseerd (er walmt volgens de multiculturelen een ‘spruitjeslucht’ van af) en eeuwenoude tradities worden met het groot vuil meegegeven. Zwarte Piet is door de politiek correcte maffia al in de ban gedaan (we moeten ons in het vervolg maar behelpen met ‘Regenboogpieten’) en Kerstmis zal wel snel volgen. Een nota bene christelijke vakvereniging was maar al te gaarne bereid een christelijke feestdag op te offeren voor het islamitische suikerfeest, maar men had gelukkig buiten de eigen leden gerekend. Ook onze geschiedenis is een bron van schaamte geworden, waarvoor wij ons eindeloos moeten verontschuldigen en waarvoor wij bij voorkeur boete moeten doen door het betalen van smartengeld aan de nabestaanden van degenen die onder onze 'wandaden' hebben geleden. [Persoonlijk zeg ik altijd tegen (dikwijls gemengdbloedige) Surinaamse Creolen die over de slavernij zeuren dat het niet mijn voorouders zijn geweest die slaven verhandelden en maltraiteerden, maar de hunne!]

Ook op de pagina’s van Het Vrije Volk vind je auteurs die het ‘absorberen’ van vreemde culturen propageren. Het gaat hierbij in de eerste plaats om de bekende trits van voedsel, muziek en kunst. Er zijn maar weinig propagandisten van de geneugten van de multicultuur die bij zo'n gelegenheid reppen over heel wat minder onschuldige zaken als religie en politiek systeem, terwijl daar natuurlijk het probleem ligt. Nederlanders zijn behoorlijk sceptisch als het om het absorberen van dit soort cultuurfacetten gaat: in een recente enquête bleek bijvoorbeeld tweederde van de ondervraagden van mening te zijn dat de islam niet verenigbaar is met het moderne Europese leven. Het propagandaoffensief is weliswaar in eerste instantie gericht op volwassenen, maar wil je een nieuwe religie werkelijk ingang doen vinden, dan moet je beginnen bij de jeugd. De ‘diversificatie’ van het onderwijs is dan ook voortvarend ter hand genomen. Het heeft nog niet zulke belachelijke vormen aangenomen als in Californië, waar leerlingen gedwongen worden wekenlang als moslim te leven en islamitische organisaties de geschiedenisboeken herschrijven, maar dat is slechts een kwestie van tijd.

Het westerse multiculturalisme wordt gekenmerkt door een bijna criminele naïviteit: men gelooft oprecht dat twee diametraal tegenover elkaar staande ideologieën (de westerse ideologie van vrijheid, gelijkberechtigdheid en democratie en de islamitische ideologie van onderwerping, ongelijkheid en theocratie) met elkaar te verzoenen zijn. Dat is een gevaarlijke illusie: hoe meer we onze principes verkwanselen, des te sneller komt onze ondergang nabij.

De geschiedenis heeft aangetoond dat een multiculturele samenleving alleen kan overleven bij de gratie van een sterk centraal gezag en een unificerende ideologie. Aangezien ons centrale gezag systematisch wordt ondermijnd door de EU en alleen westerlingen geloven dat er iets samen te binden valt, ziet de toekomst van Nederland, en alle andere (West-)Europese samenlevingen, er somber uit.

Dit artikel is ook te vinden op de website van Het Vrije Volk.