vrijdag, september 21, 2007

Herr Van Riessen wil Geert Wilders mollen.

Ik ben een vreedzaam mens. Na mijn lagereschooltijd heb ik niemand meer een klap verkocht of op enigerlei andere wijze geweld aangedaan. Ik heb ook nooit geweld gepropageerd of vergoelijkt. Maar gisteravond voelde ik waarachtig moordlust in mij opborrelen.

In het programma Pauw & Witteman (waar anders) was, naast een dwaze rapster die met een Amerikaanse (uiteraard onschuldige) terdoodveroordeelde is getrouwd, een nuffige vijftiger die andere vrouwen voorschijft hoe ze zich te gedragen hebben en PvdA-kamerlid (voorheen milieu-activist) Diederik Samson, de Amsterdamse oud-politiecommissaris Joop van Riessen te gast (om zijn nieuwe boek te promoten).

Deze voormalige wetsdienaar, die zijn oude vel wel zeer drastisch heeft afgestroopt, is van mening dat wij "in wezen" Geert Wilders zouden moeten "mollen". De honderdduizenden Wilders-stemmers, in zijn visie primitievelingen die zich zozeer laten leiden door hun onderbuikgevoelens dat ze weigeren met hun tijd mee te gaan, horen volgens hem in de brave new world van het multiculturele Nederland niet langer thuis en zouden het land uitgegooid moeten worden.

Van Riessen sprak in de uitzending ook zijn banvloek uit over de scheidende Amsterdamse recherchechef Willem Woelders, die met weinig gevoel voor de tijdgeest plompverloren verkondigde dat de Amsterdamse onderwereld op het punt staat overgenomen te worden door jonge Marokkaanse criminelen, opgeklommen uit het milieu van de straatterroristen. Helemaal fout, deze verwijzing naar hun etnische afkomst, het zijn gewoon "onze Amsterdammers". "Integratie vindt het best plaats in de criminaliteit", juichte hij zelfs. Een beter argument tegen de integratie en voor de deportatie van moslims (en andere cultuurverrijkers) met weinig inzicht in het onderscheid tussen mijn en dijn heb ik zelden gehoord. De andere aanwezigen moesten hier trouwens smakelijk om lachten.

Joop van Riessen is geen dolgedraaide PvdA-er, hij is geen SP-er in de snit van Anja Meulenbelt. Nee, Joop van Riessen is een eerbiedwaardig lid van de VVD. Het is een vreemde wereld waarin de uitbraakselen van vilein demoniserende VVD-ers genuanceerd worden door en zelfs enig weerwerk krijgen van linkse rakkers als Diederik Samson. Men kan niet eens meer zeggen dat het (naast de kosmopolitische zakenlieden) alleen de links angehauchte politici zijn die ons erfgoed verkwanselen: het multiculturele gif heeft zich verspreid door het gehele overheidsapparaat. Geert Wilders heeft nog nooit met een woord gerept over het mollen van moslims, dus het is zo klaar als een klontje wie de echte haatzaaier is.

In de landen van West-Europa komt gaandeweg een heel nieuw slag politiebazen aan het roer te staan –een suspect gezelschap waarin Joop van Riessen zich helemaal thuis voelt. Zij zijn de multiculturele heilsleer bijkans nog vuriger toegedaan dan hun politieke bazen. Niet het handhaven van de wet staat centraal, maar het ontzien van de andersgelovige en andersgekleurde medemens. Het verst gevorderd is deze verderfelijke tendens (uiteraard) in Engeland en Scandinavië. In Engeland worden niet de vuilspuitende imams uit de rapportage Undercover Mosque van Channel 4 opgepakt, maar de makers van deze onthullende inkijk in het islamitische gedachtegoed. De imams verklaarden namelijk dat de schokkende uitspraken uit hun verband waren gerukt en aangezien de islam niet alleen de religie van de vrede maar ook van de waarheidslievendheid is, dienen ze op hun woord geloofd te worden. In Scandinavië worden niet de daders van groepsverkrachtingen aangepakt, maar krijgen de slachtoffers te horen dat ze zich niet zo provocatief hadden moeten kleden/gedragen, want ze leven tegenwoordig in een door de multicultuur gezegende samenleving. Vrouwen die weigeren met hun tijd mee te gaan worden dus door hun nieuwe landgenoten terecht getracteerd op een speciaal soort onderbuikgevoelens.

Diederik Samson, vergeleken met Van Riessen een toonbeeld van redelijkheid, zeurde in het programma weer eens over de misvatting dat moslims alleen vanwege hun geloof apart worden gezet door Wilders. Voor Samson en alle andere hardleerse ‘idealisten’ in dit land, zal ik het nog één keer uitleggen: moslims worden niet apart gezet vanwege hun geloof, moslims zetten zichzelf apart door hun criminaliteit en (begrip voor) terrorisme, afkeer van arbeid en misbruik van de sociale voorzieningen, onverdraagzaamheid en geweld jegens andersdenkenden, verachting voor de autochtone Nederlanders en de waarden en normen van de Nederlandse samenleving, gebrekkige opleiding en onwil zich te scholen, preferentie voor incestueuze huwelijken met partners uit het vaderland (en de daaruit voortvloeiende overdaad aan genetische afwijkingen), enzovoorts, enzovoorts. Kortom, zij staan op eenzame laagte omdat zij van alle etnisch/religieuze groeperingen in de Nederlandse samenleving het minste nut hebben en de meeste schade aanrichten.

Wilders-aanhangers worden door agitatoren als Hauptkommissar Van Riessen vaak weggezet als extremistische, domme, gefrustreerde, zelfs laaghartige mensen. Natuurlijk is er nooit echt onderzoek naar gedaan en als er (tijdens de stemprocedure bijvoorbeeld) eens anoniem naar de achtergronden van de aanhangers van de verschillende partijen zou worden gevorst, dan zou de uitslag vele mensen verbazen. Met de domheid, bijvoorbeeld, valt het erg mee: er bevinden zich onder de 'Wilderianen' heel wat intellectuelen -en die zitten echt niet allemaal op een kluitje bij HVV. Ikzelf kan bogen op twee academische opleidingen (dat zijn er dus twee meer dan Van Riessen heeft voltooid). Ik wil niet beweren dat ik het inhoudelijk op alle punten met Wilders eens ben, noch dat ik vind dat hij zijn boodschap op de meest effectieve wijze brengt (laat de feiten spreken, zet meer in op het haalbare –dan moeten ook VVD en SP kleur bekennen), maar hij is de enige partijleider die de dreiging van de islam (en ik voeg daar niet het tegenwoordig populaire adjectief 'politieke' aan toe) serieus neemt. En zolang dat het geval is, sta ik pal achter hem.

Als we, zoals Wilders voorstelt, een immigratiestop invoeren voor mensen uit moslimlanden, de remigratie van moslims krachtdadig bevorderen, werkonwillige en misdadige vreemdelingen uit ons midden verwijderen, het Generaal Pardon terugdraaien, radicale moskeeën sluiten en nieuwe moskeeën verbieden, islamitische scholen sluiten, recidiverende criminelen met een dubbel paspoort denaturaliseren en uitzetten, dan wordt Nederland zonder enige twijfel een veiliger, welvarender en voor de autochtonen onnoemelijk veel aangenamer oord. Als we de Van Riessens van deze wereld hun gang laten gaan, zijn we letterlijk verkocht. Wanneer gaat het gezonde verstand eindelijk eens zegevieren en jagen we deze demagogen van het pluche af -zo niet het land uit?

Update 23-9-2007:

Wat klinkt de heer Van Riessen opeens redelijk in zijn e-mail aan de redactie van HVV. Wilders mag vrijuit spreken! Hoe ruimhartig. Wilders-aanhangers hoeven ook niet met geweld verjaagd te worden, maar zullen "vanzelf het nieuwe Nederland uitgroeien". Dat immigranten die "niet integreren, de taal niet leren spreken en de vorst van een ander koninkrijk blijven dienen" en die daardoor geïsoleerd en ongelukkig worden eveneens beter hun heil buiten Nederland kunnen zoeken, heb ik hem in de uitzending niet horen zeggen -ik twijfel er trouwens geen moment aan dat Wilders precies dezelfde mening is toegedaan. Over het mollen van Wilders geen woord. Vanwege die uitspraak zal hij ongetwijfeld ook in eigen kring zware kritiek hebben gehad.

Opvallend detail: alvorens ik mijn stuk schreef, heb ik de hele uitzending van Pauw & Witteman nog eens bekeken (ik wilde er zeker van zijn dat ik hem niet verkeerd verstaan had). Die stond gewoon op de website, onder de link die ik heb toegevoegd. Surprise, surprise, toen ik ging checken of de link werkte, bleek het programma zelf verdwenen te zijn. "Uitzending komt later online", staat er schijnheilig. Ik wacht al twee dagen. NRC-siaanse toestanden dus! Gelukkig is er Dumpert, waar de relevante passage wel te vinden is.

Ten slotte: het is niet de boodschap van Wilders die leidt tot haat, radicalisering en geweld tussen bevolkingsgroepen, maar het gedrag van moslims.

Dit artikel is ook te vinden op de website Het Vrije Volk.

maandag, september 10, 2007

Ontkenning in alle toonaarden.

Met het artikel 'wie de westerse cultuur wil verdedigen, matigt zijn toon' in de NRC van 8 september voegt redacteur Sjoerd de Jong zijn stem toe aan het koor van verontrusten die zich opwinden over de ‘toon’ van het islamdebat in Nederland. Daarin kwelen niet de minsten (hij kan zich verheugen in het illustere gezelschap van o.a. Prins Willem-Alexander en WRR-voorzitter Wim van de Donk). Desondanks brengt dit koor niets dan oorkwellend valse tonen voort.

Ook Sjoerd roept de islamcritici dus dringend op hun toon te matigen (uiteraard geldt dit appèl niet voor de islamapologeten, die zich als vanouds ongestoord mogen overgeven aan het demoniseren, beledigen en bedreigen van hun tegenstanders). ‘De toon matigen’ is het linkse eufemisme voor het in het geheel geen kritiek hebben op de islam, islamaanhangers en islamofielen. Niet dat Sjoerd uit principe tegen een kritisch debat is, maar “de massieve tegenstelling die islamcritici … aanbrengen tussen de ‘islamitische cultuur’ en de ‘westerse cultuur’ is te simpel en ideologisch” en miskent de “raakvlakken en dynamiek” tussen beide. Een kritische toon is kwetsend voor de moslims in ons land (die, zoals hij en zijn geestverwanten steevast kraaien, nog altijd een kleine minderheid vormen –het vervelende is alleen dat zij niet in staat lijken tot de meeste basale rekenkundige handelingen als het erom gaat vast te stellen hoelang de moslims nog een minderheid in ons land zullen zijn als de huidige ontwikkelingen zich voortzetten). Het beslechten van sociale kwesties is naar het inzicht van Sjoerd niet in de eerste plaats een zaak van ‘ideeënstrijd’: zij moeten opgelost worden door wat meer empirisch onderzoek en vooral door ook eens ‘ouderwets’ de handen uit de mouwen te steken (dus moet Minister Vogelaar er dringend nog een paar miljarden extra tegenaan smijten).

Het matigen der toon dient niet te geschieden om “terroristen te apaiseren in de hoop zelf klappen te vermijden”. Ook Sjoerd weet dat slijmen geen fluit helpt tegen bullebakken. Nee, de omzichtiger benadering mikt op de “hearts and minds” van de meerderheid van niet-radicale moslims: “Die moeten we zien te winnen voor de Nederlandse samenleving, en betrekken bij de publieke zaak, en dat bereik je niet door voortdurend hun morele, religieuze, culturele en andere handicaps te blijven aanwijzen en aanklagen”. ‘Gewone’ moslims zitten volgens Sjoerd tussen twee vuren: westerlingen kritiseren hen omdat ze te islamitisch zijn en radicale moslims omdat ze hypocriet en niet islamitisch genoeg zijn. Deze mensen moet niet voortdurend ‘wellustig’ ingepeperd worden “dat ze met zijn allen uit een ‘achterlijke cultuur’ komen, ‘geitenneukers’, of ‘pooiers van de profeet’ zijn, dat ze een ‘tribale’ mentaliteit hebben, benevens een ondermaats incasseringsvermogen, dat ze hun kinderen niet opvoeden, dat hun cultuur er hooguit eentje is van ‘magazijnbedienden’, dat ze een levensgevaarlijke ‘vijfde colonne’ vormen die ons land wil overnemen, dat ze religieuze fascisten zijn die heimelijk of openlijk een islamitisch ‘Eurabië’ najagen, dat de hoofddoek van islamitische vrouwen gedragen wordt als een nieuw soort stahlhelm, en o ja, dat hun profeet een criminele pedofiel en een agressieve tiran was.” Deze ‘agitatie’ geeft die arme, zwaarbelaagde islamieten het verkeerde signaal: “dat we niets met ze te maken willen hebben, dat we hen eigenlijk liever kwijt dan rijk zouden zijn, en dat zij, als ze hier dan zo nodig mee willen doen, eerst compleet andere mensen moeten worden, die ons op geen enkele wijze hinderen of voor de voeten lopen”. Daarmee drijf je hen bijkans in de armen van de radicalen. Maar er zijn ook praktischer redenen om zich een fluistertoon aan te meten: het helpt niet om “mensen wier emancipatie we willen bevorderen (áls we dat willen) om de oren te slaan met hoogdravende lessen over het soort mensen dat ze zouden moeten worden”, omdat daardoor hun toch al zwakke zelfrespect nog verder wordt aangetast. Tot slot houdt Sjoerd ons voor dat wie overtuigd is van de superioriteit van de westerse cultuur de rationele en tolerante waarden van die cultuur niet alleen moet verdedigen, maar ook moet uitdragen.

Evenals als een groeiend aantal andere linkse intellectuelen is Sjoerd tot het inzicht gekomen dat een wat minder vrijblijvende aanpak (“streng, maar fatsoenlijk”) van moslims noodzakelijk is (zoveel hebben Pim Fortuyn en Geert Wilders dan toch maar bereikt): het moet hen duidelijk worden gemaakt wat in Nederland de regels zijn en er moet worden opgetreden tegen “archaïsche culturele gebruiken” en “modern radicaal-islamitisch activisme”. Toch is er op zijn opvattingen heel wat af te dingen.

Zoals door Willem de Zwijger al is geconstateerd, maakt Sjoerd een karikatuur van de opvattingen van islamcritici (hij windt zich o.a. op over “de ‘orkaan Ayaan’ die op het schoolplein islamitische kleuters kapittelde over de Grondwet, of verstoten moslima’s de les las in dat Blijf-van-mijn-lijfhuis”): etiketten als ‘geitenneukers’ en ‘pooiers van de profeet’ werden geplakt op specifieke provocerende moslims (zoals Abou Jahjah), niet op de groep als geheel en de kleuters van Ayaan zaten een flink aantal klassen hoger op de basisschool en werden niet gekapitteld, maar bevraagd.

Dat Job Cohen en Ahmed Aboutaleb, door hem neergezet als bruggenbouwers met een gematigde toon (ze maken zich sterk voor de rechtsstaat, maar spreken met respect over de islam), ook door radicalen bedreigd worden, is volgens Sjoerd geen wonder, want “zij zouden de ‘hypocrieten' wel eens aan hun zijde kunnen krijgen en dat maakt ze in de ogen van extremisten nog gevaarlijker dan excentriekelingen als Van Gogh, die ‘ritueel’ kunnen worden afgeslacht.” Ik betwijfel sterk of de dreigementen aan hun adres wel serieus te nemen zijn (minder serieus in ieder geval dan de dreigementen aan het adres van Ehsan Jami, wiens fysieke correctie Sjoerd de gekscherende opmerking ontlokte dat “als Tjibbe Joustra nodig is om ons te beschermen tegen een 17-jarige met losse handjes, de ondergang inderdaad nabij [lijkt]”). Dat extremisten hen als mogelijke doorkruisers van hun snode plannen zouden zien, is helemaal absurd –Aboutaleb geldt hoogstens als een verrader, maar aangezien hij nog steeds moslim is, als een heel wat minder verachtelijke verrader dan Jami.

Ook Sjoerd haalt de mythische gematigde (in zijn terminologie gewone) moslim weer van stal. Niet dat deze niet bestaat, maar hij is evenals de radicaal-activistische moslim ver in de minderheid. De gewone moslim is niet zozeer gematigd, maar vooral onwetend over de ware aard van de islam. Hoe die aard waarlijk is, werd laatst weer eens helder uit de doeken gedaan (in het boek Islam and Modernism) door Muhammad Taqi Usmani, een vooraanstaand shariadeskundige, die 20 jaar lid is geweest van het Pakistaanse hooggerechtshof. Hij betoogt dat moslims vreedzaam moeten leven in landen als Engeland, waar ze hun religie vrijelijk kunnen praktiseren, tot ze machtig genoeg zijn om de (gewapende) strijd aan te gaan. “His views explode the myth that the creed of offensive, expansionist jihad represents a distortion of traditional Islamic thinking”, is de conclusie die op de website van de Britse krant The Times wordt getrokken. Hij verwerpt de opvatting dat jihad een louter defensieve plicht voor moslims is als een islamitisch land wordt binnengevallen, of als de islam wordt onderdrukt. Jihad is ook volstrekt acceptabel in een niet-islamitisch land waar moslims alle vruchten van de godsdienstvrijheid kunnen plukken. In zijn boek geeft hij liberale moslims die de koran als een 'poëtisch en metaforisch' boek voorstellen er flink van langs. Zij zijn, zo stelt hij, 'behekst' door de westerse cultuur en ideologie.

Usmani is allesbehalve een radicale extremist: hij is een van de meest vooraanstaande kenners van de ‘pure’ islam. Hij vertegenwoordigt de Deobandi-stroming in de Aziatische islam, nauw verwant met het Saoedische Wahhabisme en inspirator van o.a. de Taliban. Het feit dat 600 van de 1400 Britse moskeeën en 17 van de 26 islamitische seminaries in handen zijn van de Deobandi geeft zeer te denken. Op het vasteland van Europa neemt het Wahhabisme een soortgelijke positie in. Het is dan ook ontstellend wereldvreemd om te geloven dat het de onverzoenlijke toon van westerse islamkritiek is die moslims in de armen van de radicalen drijft en niet de onophoudelijke haatpreken van de geestelijken uit deze stromingen (die maar al te vaak gefaciliteerd worden door nuttige linkse idioten).

Mensen als Sjoerd, die het naïeve geloof uitdragen dat het allemaal wel in orde komt als we maar een beetje respect hebben voor de lange tenen van moslims, vragen zich nooit af waarom autochtone Nederlanders een groep mensen in hun midden zouden moeten dulden die op geen enkele wijze bijdraagt aan hun welvaart en welzijn. Het enige wat ze altijd te berde brengen is dat die moslims nu eenmaal in ons land zijn en vrijwillig niet meer weggaan. Als door een wonder uit de koker van Allah (omdat die bijvoorbeeld zijn slaafjes liever overzichtelijk bij elkaar heeft) morgen alle moslims weer in het land van herkomst neergepoot zouden zijn, zou onze economie dan instorten, zouden er veel mensen zijn die hun afwezigheid betreuren? Ik denk het niet. Sterker nog, ik weet zeker dat niet alleen de overgrote meerderheid van de autochtone Nederlanders maar zelfs menige linkse scribent een zucht van verlichting zal slaken, zo niet dansend door de straten zal gaan. Waarom dan die hypocrisie? Persoonlijk heb ik geen enkele behoefte de levenskwaliteit van moslims te verbeteren, of hen te helpen zich te emanciperen. Dat doen ze zelf maar, in het land waar ze vandaan zijn gekomen.

Sjoerd beweert dat voor veel islamcritici het parool Liever Polariseren Dan Islamiseren geldt. Ik hoop dat hij gelijk heeft: ik onderschrijf deze stelling in ieder geval van harte. Het probleem van het islamdebat in Nederland is niet dat het te hard is, maar dat het niet hard genoeg is. Het is noodzakelijk dat moslims zodanig door ‘mokerslagen van kritiek’ worden gebeukt dat ze het taqiyya-masker afwerpen en hun ware gezicht laten zien. Met bij voorkeur het gevolg dat al die vredig doezelende Nederlanders dan eindelijk eens wakker worden geschud, want als de multiculturele ellende die symptomatisch is voor onze prachtgetto’s uiteindelijk ook hun provinciestadjes en Vinex-wijken binnenklotst en ze de realiteit niet langer kunnen ontkennen is het te laat. Het is verstandiger nu de onvermijdelijke confrontatie aan te gaan dan over enkele decennia, als de moslims in de meerderheid zijn, voor ons naakte bestaan te vechten.

Inderdaad, ik ben de Nederlandse moslims liever kwijt dan rijk. Ik heb het niet zo op immigranten die mij hinderen of voor de voeten lopen, en al helemaal niet op immigranten die van mening zijn dat mij als atheïst de kop afgehakt dient te worden. Ik acht de westerse beschaving niet zo superieur dat achterhaalde ideeën niet aangepast zouden dienen te worden: het principe van tolerantie ook voor de intoleranten voorop. Waarom zou de Nederlandse samenleving geen strenge voorwaarden mogen stellen aan mensen die hier alleen zijn gekomen om van onze door hard werken verworven welvaart te profiteren? Waarom zou ze niet mogen eisen dat moslims de religieuze ideeën die strijdig zijn met de grondslagen van onze gemeenschap opgeven? Tot de moslims in Nederland hun leven aanzienlijk gebeterd hebben, of beseft hebben dat ze in hun oorspronkelijke islamitische paradijs beter op hun plek zijn, zal ik mijn toon zeker niet matigen.

Dit artikel is ook te vinden op de website Het Vrije Volk.