maandag, december 21, 2009

Liever warmer dan armer.

Waarom de profeten van de klimaatreligie gevaarlijk en hun volgelingen oliedom zijn.

De klimaatalarmisten (aangevoerd door de ‘deskundigen’ van het Intergovernmental Panel on Climate Change van de VN) achten bewezen dat (a) de aarde (steeds sneller) opwarmt, dat (b) de mens hiervoor in hoge mate verantwoordelijk is (door het uitstoten van broeikasgassen, in het bijzonder CO2) en dat (c) de gevolgen rampzalig zullen zijn. Mijn hoogbejaarde ouders geloven, zoals zovele Nederlanders, heilig in dit sprookje. Geen wonder, want ze zijn de afgelopen decennia grondig gehersenspoeld door de overheid en de media. Ze voelen zich bovendien in hun overtuiging gesterkt door eigen waarnemingen (‘vroeger waren de winters veel strenger’). Op bovenstaande beweringen valt echter nogal wat af te dingen.

Het klimaatdebat wordt ‘vervuild’ door het feit dat veel mensen, politici en wetenschappers incluis, het verschil tussen klimaat en milieu (globaal vs. lokaal) niet begrijpen. Bij milieuproblemen gaat het om de naaste omgeving: de kwaliteit van lucht, water en bodem en de leefomstandigheden van mensen en dieren. Aan het milieu valt eer te behalen, zoals de afgelopen decennia is bewezen. De kwaliteit van lucht en water is spectaculair verbeterd, bodemverontreiniging is met succes bestreden, de natuur wordt beter beschermd. In verantwoorde mate zijn dergelijke activiteiten alleen maar toe te juichen. Men moet echter niet de fout maken te denken dat het klimaat op soortgelijke wijze beïnvloed kan worden. Een gestrande auto kan je aanduwen, een gestrande goederentrein niet.

Onze planeet warmt inderdaad op. De gemiddelde temperatuur op aarde stijgt al minstens 11.700 jaar gestaag. We leven namelijk in een interglaciaal (het Holoceen). Het vervelende is alleen dat niemand weet in welke fase van dit interglaciaal wij ons bevinden: op een punt dat de temperatuur zonder menselijke inmenging alweer zou moeten dalen, of op een punt dat de temperatuurgrafiek nog altijd een stijgende lijn zou moeten vertonen. De kortste interglacialen duren ca. 12.000 jaar (in welk geval we binnenkort een nieuwe ijstijd tegemoet kunnen zien), de langste beslaan een minstens dubbel zo omvangrijke periode. Ook weet men niet of de overgang van een interglaciaal naar een glaciaal geleidelijk (zoals in het ongekeerde geval), of abrupt verloopt -wat pas echt een rampscenario zou betekenen.

De afgelopen eeuw is de gemiddelde temperatuur op aarde relatief sterk gestegen. De mate van stijging is door de propagandisten van de global warming theorie echter zwaar overdreven en hun projecties naar de toekomst zijn van iedere realiteit gespeend. In de aanloop naar de klimaatconferentie van Kopenhagen is overduidelijk gebleken dat deze 'gelovige' geleerden zich niet ontzien hebben hen onwelgevallige gegevens te negeren (o.a. 3/4 van de temperatuurmetingen in Rusland), hun grafieken te manipuleren (Climategate), hun tegenstanders te verketteren en buiten te sluiten en zelfs de (Engelstalige) Wikipedia te herschrijven. Van de beruchte hockeystick-grafiek van Michael Mann is na de nodige correcties weinig overgebleven. Bovendien is de temperatuur sinds 1998 in het geheel niet meer gestegen.

Conclusie: met de ‘global warming’ valt het wel mee.

Voor ingrijpende klimaatveranderingen, zoals de afwisseling van glacialen en interglacialen, is een scala aan oorzaken aan te wijzen: veranderingen in de baan van de aarde rond de zon (Milankovic cycli), de beweging van de tektonische platen, de invloed van de maan, inslagen van meteorieten, vulkanisme, zonneactiviteit en de samenstelling van de atmosfeer. Op de korte termijn zijn vooral de laatste drie van belang. Slechts één van deze factoren wordt enigszins door de mens beïnvloed: de aanwezigheid van broeikasgassen, met name CO2, in de atmosfeer.

Weliswaar is er sprake van een continu stijgende trend wat betreft de gemiddelde temperatuur op aarde, maar er zijn fluctuaties waar te nemen: relatief warme tijdperken worden afgewisseld door relatief koude tijdperken. De fluctuaties gedurende de laatste 4500 jaar zijn in een grafiek ondergebracht door de klimatoloog Cliff Harris en de meteoroloog Randy Mann. In hun visie worden deze variaties uitsluitend bepaald door vulkaanuitbarstingen en zonneactiviteit (veel of weinig zonnevlekken). De zgn. Kleine IJstijd ging bijvoorbeeld gepaard met een langdurige schaarste aan zonnevlekken -het Mauder Minimum- en een soortgelijke situatie zou zich binnenkort wel eens opnieuw kunnen voordoen.

In het verleden zijn er verschillende perioden geweest waarin het aanzienlijk warmer was dan tegenwoordig. Dit geldt o.a. voor het zgn. Middeleeuwse Klimaatoptimum (ca. 800-1300). Tijdens deze periode verbouwden de Vikingen groenten in Groenland, koesterden de Engelsen hun wijngaarden, rezen de kathedralen als paddenstoelen uit de grond, leefden de mensen langer en nam de bevolking van Europa sterk toe. [Aan het eind van dit tijdperk was het continent zwaar overbevolkt en als de Zwarte Dood in de jaren daarna niet een derde van de populatie had weggevaagd, was de strijd om (landbouw)grond zeer grimmig geworden.] De menselijke CO2-uitstoot speelde hierbij geen enkele rol.

CO2 is misschien een broeikasgas, maar het is geen vorm van luchtvervuiling. Integendeel, zonder CO2 is er geen leven op aarde mogelijk. Het percentage CO2 in de atmosfeer is uiterst gering, waardoor een relatief beperkte extra uitstoot een grote percentuele toename impliceert (het percentage CO2 is de afgelopen eeuw gestegen van ca. 0,028% tot ca. 0,039%). De bijdrage van de mens aan de totale hoeveelheid CO2 in de atmosfeer is zeer bescheiden (nog geen 3%): één flinke vulkaanuitbarsting slingert meer CO2 de lucht in dan jaren menselijke activiteiten. Het verhinderen van vulkaanuitbarstingen is echter nog niemand gelukt. Waterdamp is een veel prominenter broeikasgas dan CO2 (het bepaalt het broeikaseffect voor 95%). Helaas ligt het tegenhouden van wolkenvorming eveneens buiten de menselijke mogelijkheden.

Er is een (zwak) verband tussen de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer en de opwarming van de aarde, maar gelukkig heeft de natuur gezorgd voor een tweetal effectieve buffers. Planten nemen onder invloed van zonlicht CO2 uit de lucht op en zetten het door fotosynthese om in koolhydraten en zuurstof. Dit geldt net zo goed voor gecultiveerde als voor wilde planten -zelfs in sterkere mate omdat de groei daarvan artificieel gestimuleerd wordt en er vaak meerdere oogsten per jaar zijn. Hoe groter de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer en hoe hoger de temperatuur, des te sneller groeit de vegetatie en des te meer CO2 wordt er verbruikt. De oceanen nemen eveneens CO2 op en ook bij dit proces geldt: hoe hoger de temperatuur, des te meer CO2 wordt er aan de atmosfeer onttrokken. Na iedere plotselinge stijging van de hoeveelheid CO2 in de lucht ontstaat er vanzelf een nieuw evenwicht.

Conclusie: de invloed van menselijke activiteiten op de ‘global warming’ is te verwaarlozen.

Iedere verandering, of die nu door de mens of door de natuur veroorzaakt wordt, heeft positieve en negatieve gevolgen. Bij iedere verandering zijn er winnaars en verliezers. Zolang het aantal winnaars het aantal verliezers overstijgt, is een ontwikkeling gunstig te noemen. Klimaatalarmisten hebben echter alleen oog voor de eventuele negatieve consequenties van global warming. De belangrijkste kwalijke gevolgen zijn volgens hen:

(1) De zeespiegel stijgt.
Volgens Nobelprijswinnaar Al Gore, schepper van dat meesterwerk van desinformatie An Inconvenient Truth, kan de zeespiegel wel zes meter hoger komen te liggen. Hij zaait met deze voorspelling nodeloos angst, want de werkelijke stijging zal deze eeuw hoogstens enige decimeters bedragen, maar zelfs als het 'Gore Maximum' wel gehaald wordt, zijn de gevolgen beperkt. Alarmistische Al komt zelf niet verder dan een spookverhaal waarin een deel van de bejaarden van Florida met hun voeten in het water komen te staan, sommige atollen (waaronder het stevig aan de weg timmerende Tuvalu) in de golven verdwijnen en landen als Nederland en Bangladesh half onderlopen (‘Amersfoort aan Zee’). So what, zou ik bijna zeggen.
Als dit inderdaad zou gebeuren is het vervelend, maar niet rampzalig. De teloorgegane monumenten zullen gemist worden en miljoenen mensen zullen moeten verhuizen, maar gelukkig zijn er dan ook voldoende aangename en nog schaarsbevolkte oorden waar ze terecht kunnen. Het merkwaardige is dat dezelfde mensen die voorstander van radicale (zelfs revolutionaire) veranderingen op ieder terrein zijn en die onophoudelijk de vreugden van onbelemmerde migratie prediken in paniek raken bij de gedachte dat een beperkt aantal pechvogels vanwege klimaatveranderingen zou moeten verkassen.

(2) Diersoorten sterven uit.
Dit is niets nieuws: 99% van alle soorten levende wezens die ooit op aarde geleefd hebben is uitgestorven. IJsberen, de iconen van de klimaathysterici, zijn altijd al zeldzaam geweest en behoren naar het oordeel van Midas Dekkers so wie so tot de verliezers van de evolutie: anders hadden ze niet in een dusdanig onherbergzaam oord als de Noordpool geleefd (net als bijvoorbeeld de Inuit, die echter niet erg lijden onder de temperatuurstijging).
Ik vind ijsberen het aanzien zeker waard, maar het is mij (en naar ik denk de meeste mensen) geen miljarden waard om deze dieren in hun natuurlijke habitat te laten overleven (dan kunnen we beter ijshallen voor ze bouwen). Extreme specialisatie brengt nu eenmaal risico’s met zich mee en het is niet de plicht van de mens om diersoorten van deze risico’s te vrijwaren.

(3) Het klimaat wordt veel extremer.
Er zouden volgens doemdenkers meer zware stormen, meer overstromingen, meer langdurige perioden van droogte, etc. komen. In tegenstelling tot wat door sommigen wordt beweerd, is het aantal cyclonen recentelijk echter niet toegenomen (ze vallen hoogstens meer op). Ook blijkt dat de gletsjers in de Himalaya (die half Azië van water zouden voorzien) helemaal niet smelten (en ook niet onmisbaar zijn). En zo is er wel vaker sprake van loos alarm. Meteorologen roepen bij ieder bijzonder weerfenomeen dat dit het meest extreme (koudste, heetste, droogste, natste) geval sinds mensenheugenis is. Aangezien de heugenis van mensen echter slechts een paar decennia beslaat en weergegevens pas sinds ongeveer 160 jaar systematisch worden bijgehouden, zegt dit niet zo veel. Meteorologen hebben in feite maar een flauwe notie van wat ‘normaal’ is en wat niet.

De geschiedenis heeft aangetoond dat global cooling veel slechter voor de mens is dan global warming. De gestage temperatuurdaling in de eeuwen voor het begin van onze jaartelling leidde ertoe dat de grens van de graanverbouw zich honderden kilometers zuidwaarts verplaatste. Dit was een van de voornaamste redenen dat de Germaanse stammen in het zuiden van Scandinavië en het noorden van Duitsland op drift raakten -met als uiteindelijk resultaat de ondergang van het Romeinse Rijk. De Kleine IJstijd heeft de koloniale expansie van de Noordwest-Europese landen aangewakkerd, aangezien ondernemers hun winstmogelijkheden moesten diversifiëren en vele ‘kleine luyden’ geen werk in de landbouw meer vonden en noodgedwongen het ‘zeegat uitgingen’.

Vrijwel alle grote beschavingen uit het verleden zijn ontstaan in warme gebieden. De moderne westerse beschaving is een anomalie en dankt zijn welvaart voornamelijk aan wetenschappelijk onderzoek en technisch vernuft, niet aan gunstige omstandigheden. Als de global warming doorzet, krijgt Nederland naar verluid het klimaat van Zuid-Frankrijk. Waarom zou dit erg zijn? Persoonlijk vind ik het Provençaalse weertype aanmerkelijk aangenamer dan het onze. Een bijkomend voordeel is dat de bewoners van noordelijker regionen veel minder fossiele brandstoffen hoeven te verstoken om warm te blijven.

Men hoeft slechts één blik op de wereldkaart te werpen om te beseffen dat een verschuiving van de klimaatzones in noordelijke richting overwegend gunstige gevolgen zal hebben: Scandinavië krijgt een gematigd klimaat en uitgestrekte gebieden in Groenland, Noord-Canada en Siberië, die nu door permafrost nauwelijks bewoonbaar zijn, worden een geschikt toevluchtsoord voor ‘klimaatvluchtelingen’. Als het Noordpoolijs verdwijnt, is het weliswaar gedaan met de neven van Knut, maar krijgen Rusland en Scandinavië (meer) ijsvrije havens en kunnen schepen via de noordelijke doorgang een flink stuk van de route naar de Stille Oceaan afsnijden (en daarmee veel brandstof besparen). Ongetwijfeld zullen gebieden die nu nat zijn droger worden, maar het omgekeerde geschiedt eveneens. Zo was de Sahara 6000 jaar geleden een savanne en als een toename van de regenval deze situatie herstelt, zullen niet alleen de antilopen daarvan profiteren.

Conclusie: ‘global warming’ is bepaald geen ramp.

Hoewel de groene activisten de klimaattop van Kopenhagen als mislukt beschouwen, heeft de zotheid opnieuw getriomfeerd. De klimaathysterie is niet ingedamd, maar juist bevorderd. De wereld is niet gered, maar wel zijn de belangen van het Westen op schandalige wijze verkwanseld.

De schade die de klimaathype heeft aangericht is al niet meer te becijferen. De miljarden verslindende emissiehandel (waarvan de opbrengsten in de zakken van de Al Gores en Rajendra Pagauris van deze wereld verdwijnen) is al misselijkmakend genoeg. Nog schadelijker is het gesjacher met biobrandstoffen, dat de voedselprijzen enorm heeft opgedreven en mogelijk miljoenen mensen aan hongersnood heeft overgeleverd. Astronomische bedragen zijn geïnvesteerd in windmolens, die niet alleen de horizon vervuilen, onbetrouwbaar zijn en peperdure energie leveren, maar die ook minstens evenveel CO2-uitstoot veroorzaken als kolencentrales.

De vraag is waarom de wereldleiders doorgaan op deze heilloze weg. Het antwoord is simpel: er zijn te veel gevestigde belangen mee gemoeid. De onheilsprofeten die de klimaathysterie hebben aangewakkerd kunnen zich niet permitteren hun ongelijk te erkennen, want dan verliezen ze hun reputatie en hun onderzoeksgelden. [In tegenstelling tot wat Jacqueline Cramer, de rattenvanger van het klimaat-beleid, beweert, gaat het niet om 95% van de wetenschappers, maar om een heel selecte groep van ca. 60 IPCC-leden en hun discipelen. Leon de Winter heeft een aantal lijsten gepubliceerd met de namen van vele honderden geleerden die het met de conclusies van deze klimaattsaren absoluut oneens zijn en duizenden Amerikaanse wetenschappers tekenden deze (internet)petitie.] De politici die zich aan het bestrijden van de global warming gecommitteerd hebben (de ‘groenrechtse’ VVD-ers inbegrepen) kunnen al evenmin terug, want dan wordt duidelijk dat ze hun kiezers een rad voor ogen gedraaid hebben. Ondernemers die verwachten miljarden te verdienen aan de klimaatverdwazing hebben ook geen behoefte aan een beleidswijziging, aangezien ze de kosten van de te nemen maatregelen op hun klanten kunnen afwentelen.

In feite is de hele global warming hype één groot complot om het Westen (of liever gezegd de belastingbetalers in westerse landen) miljarden af te persen. De westerse leiders misbruiken de misplaatste schuldgevoelens van hun stemvee om de macht steviger in handen te krijgen. Sommigen dromen zelfs van een wereldregering. Ze hebben zich daarom zonder veel tegenstribbelen over de tafel laten trekken door hun vijanden (de islamitische landen), hun schuldenaars (de Afrikaanse landen) en hun concurrenten (de Oost-Aziatische landen). Deze putten zich uit in beschuldigingen dat de stijging van de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer de schuld van de westerse landen is en dat die dus moeten bloeden (vooral het optreden in Kopenhagen van dictator en massamoordenaar Robert Mugabe was stuitend). Hun eigen wandaden, zoals het rücksichtslos kappen van het oerwoud, blijven zo buiten beschouwing. De westerse fellow travelers, met de cultureel-marxisten (die er sinds de ondergang van het communisme naar gestreefd hebben de eigen samenlevingen van binnenuit te ondermijnen) en de groene maffia voorop, collaboreren met overgave.

Onze planeet wordt inderdaad bedreigd. Niet door de uitstoot van CO2, maar door de bevolkingsexplosie in de Derde Wereld. We staan voor een simpele keus: we kunnen de aarde bedekken met mensen die een minimumbestaan leiden en alle andere levende wezens verdringen en uitbuiten, of we kunnen de bevolkingsgroei afremmen en in een later stadium ombuigen, zodat er minder mensen zijn, die echter in een groter comfort kunnen leven, en er voor de rest van de schepping ook een plekje overblijft. De keuze lijkt me niet zo moeilijk.

Conclusie: er is geen geld nodig voor de beperking van de CO2-uitstoot, maar voor de beperking van het aantal geboorten.

Naschrift:

Ik wilde dit artikel oorspronkelijk Hoe heter hoe beter noemen, maar een journalist die klimaatscepticus Thomas Gale Moore interviewde was mij voor. Ingeval men het nog een keer van een deskundige wil horen: hier is de integrale tekst van zijn boek Climate of Fear: Why We Shouldn’t Worry About Global Warming. Overigens ben ik een grote voorstander van beperking van het gebruik van fossiele brandstoffen. Niet vanwege het klimaat, maar om voor onze energievoorziening minder afhankelijk te zijn van schurkenstaten.

Dit artikel is ook te vinden op de website Het Vrije Volk.