dinsdag, januari 25, 2011

Maurits Berger: islampropagandist uit hebzucht.

Er waren een aantal pijnlijke momenten voor Maurits Berger, bijzonder hoogleraar Islam in de Hedendaagse Westerse Wereld, tijdens het programma ZOOO MOSLIM, waarvoor hij als expert was ingehuurd. Uiteraard werd hem gevraagd of hij (zoals sommige van zijn academische collega’s) zelf moslim is geworden. Gegeneerd verklaarde hij door opvoeding en onderwijs een zodanige “achterstand” te hebben opgelopen (in spiritualiteit of primitiviteit vraagt men zich dan af) dat het er (nog) niet van gekomen was. Volgens zijn islamitische vrienden is hij allang moslim en hij durft hen niet tegen te spreken.

De leerstoel die Maurits bezet wordt (tot vreugde van de Universiteit van Leiden) betaald door de Sultan van Oman, die het ‘natuurlijk’ niet in zijn hoofd zou halen zich te bemoeien met de inhoud van het gedoceerde. Beoogde kandidaat voor deze knusse zetel was Tariq Ramadan, die het veld moest ruimen omdat hij te opvallend met dubbele tong spreekt. Er is een Nederlands gezegde dat de ‘complexiteit’ van de situatie waarin Maurits zich bevindt uitstekend weergeeft: wiens brood men eet, diens woord men spreekt. Het heeft er alle schijn van dat Maurits zich in de meest ingewikkelde bochten wringt om zijn broodheer niet voor het hoofd te stoten. Gevraagd naar de cartoonrellen was het enige wat hij te melden had dat christenen het ook “niet leuk” vinden als Jezus belachelijk wordt gemaakt, door hem bijvoorbeeld met een stijve aan het kruis af te beelden. Ehsan Jami wees er terecht op dat alleen moslims amok maken en moordaanslagen plegen als een uiting van westerse humor ze niet bevalt (dat dit vaak door overheden georkestreerd wordt doet weinig ter zake).

Maurits maakt zich wel vaker belachelijk. In een onbewaakt ogenblik liet hij zich ontglippen, dat “de sharia en het Nederlands recht voor meer dan 95% aan elkaar gelijk” zijn. Een kans voor open doel voor de website Hoeiboei, die elke gelegenheid te baat neemt om bewijzen voor het tegendeel aan te slepen. Maar zelfs al zou dit waar zijn, het DNA van de mens is voor meer dan 99% gelijk aan dat van de chimpansee en het is precies dit ene procent dat ervoor zorgt dat wij niet langer door de bomen slingeren en met onze knokkels over de grond slepen. Die (in werkelijkheid eerder 50%) afwijkende shariaregels (o.a. steniging en amputatie als straf, draconische blasfemiewetten, de doodstraf voor afvalligen en homo’s, totale rechteloosheid van niet-moslims en extreem seksisme) representeren nu juist een tijdperk waar we hier in het Westen voor geen (zwart) goud naar terugwillen.

Als rechtgeaarde islamofiel barstte Maurits van verontwaardiging toen Geert Wilders en Martin Bosma in de openbaarheid brachten dat moslims zich, met de zegen van de koran en hun grote voorbeeld, veelvuldig schuldig maken aan ‘leugens om bestwil’ (taqiyya). “Hoe durft Wilders te strooien met islamitische termen waar hij geen benul van heeft? Takiyya is een begrip uit de Middeleeuwen. Het ergert mij dat zo'n leerstuk van vroeger op de moslims van nu wordt geplakt. Het is alsof je beweert dat christenen denken dat vrouwen die blijven drijven, heksen zijn”, brieste hij. Taqiyya zou bovendien een sjiitisch begrip zijn dat soennieten niet kennen (en waaraan ze zich bij implicatie dus ook niet schuldig kunnen maken). Soennieten hebben echter de optie voor taysir (‘de makkelijke weg’) te kiezen. Het is hen toegestaan hun islamitische principes tijdelijk ‘in de wacht te zetten’ tot de omstandigheden in hun voordeel veranderd zijn (bijvoorbeeld door onbelemmerde voortplanting en immigratie). Het door Tariq Ramadan voorgestane ‘moratorium’ op steniging is een typisch voorbeeld van taysir. Liegen is liegen, of je het nu taqiyya noemt of niet. “Taqiyya is een feit”, concludeert Joop Oldenbroek dan ook.

Bij een man als Maurits komt onweerstaanbaar de vraag op wat hem in vredesnaam kan bezielen zijn wetenschappelijke integriteit zo te grabbel te gooien. Tijdens zijn zevenjarig verblijf in islamitische landen (waarbij hij o.a. een jaar in Syrië doorbracht om de sharia te bestuderen aan de voeten van een fossiele sheikh, als journalist werkte en als asielmedewerker bij de Nederlandse ambassade in Caïro vele niet-zieligen de verhuizing naar ons overvolle land mogelijk wist te maken) is hij vast wel eens een aardige moslim tegengekomen. Je moet echter wel stekeblind zijn om de uitzichtloze situatie van de ongewassen massa niet te zien en oliedom om de relatie met hun islamitische geloof niet te leggen.

Gebrek aan kennis kan Maurits niet ontzegd worden. Hij is in de eerste plaats een jurist die wat in het shariarecht (een contradictio in terminis) heeft geliefhebberd. Van de islam (“de islam helpt ons niet het gedrag van moslims te verklaren”) en vooral van de bloedige expansiegeschiedenis van dit geloof, heeft hij weinig kaas gegeten –of hij verzwijgt om ideologische redenen wat hij weet. Verregaande naïviteit is eveneens een factor. Iemand die niet door heeft dat hij door zijn islamitische ‘vrienden’ tot op het bot beledigd wordt als ze beweren dat hij in feite een moslim is, moet wel een weergaloze sukkel zijn (zou je tegen een moslim zeggen dat hij eigenlijk een christen is –omdat hij op een fatsoenlijk mens lijkt- dan mag je blij zijn als je het er levend afbrengt).

Een dergelijke peilloze stupiditeit zou je van iemand met doctor voor zijn naam niet verwachten. Het feit dat hij zich een dergelijke provocatie laat welgevallen en het feit dat hij de door zijn meester gepromote desinformatie blijft uitspuwen zegt alles over zijn ware motivatie: hij wil zijn dikbetaalde baantje niet kwijt. Niet dat Maurits zonder zijn hoogleraarschap hongerig en blootsvoets door de Nederlandse dreven zou zwerven (hij was een van de steunpilaren van de linkse denktank Clingendael), maar een dergelijk professoraat brengt talloze voordelen met zich mee. IJverig wetenschappelijk onderzoek doen is niet vereist (zelfs niet gewenst, omdat het in de islamitische wereld niet hoog in aanzien staat en het voortdurende gebruik van oogkleppen in westerse academische kringen onvermijdelijk op gaat vallen). Dat scheelt al gauw de helft van de arbeidstijd, die hij dus kan besteden aan door gulle moslimfilantropen en goedgelovige media betaalde schnabbels.

Ja, Maurits heeft het prima voor elkaar. Alleen jammer dat hij bij zijn aanstelling zijn geweten heeft moeten inleveren. Het is dan ook een raadsel hoe een man die zo overduidelijk een ruggengraat ontbeert rechtop kan blijven staan.

woensdag, januari 19, 2011

De Founding Fathers draaien zich om in hun graf.

Na iedere keer dat er door een gek met een geweer een bloedbad is aangericht (zoals laatst weer in Tucson), gaat er een koor van stemmen op dat pleit voor het aan banden leggen van het privébezit van vuurwapens. En na iedere keer melden zich vrijheidslievenden die het vrije wapenbezit in Amerika verdedigen en het, zo vermoed ik, in Nederland willen invoeren. Onbegrijpelijk, want de argumenten van de voorstanders raken kant noch wal.

Guns don’t kill people, people kill people”, beweren schietgrage Amerikanen. Toegegeven, als je per se iemand wil vermoorden, heb je daar echt geen vuurwapen voor nodig. Je kunt het beoogde slachtoffer met de auto overrijden, hem een keukenmes in de buik planten, met een bijl de schedel kloven, rattengif voeren, of zelfs met benzine overgieten en in de fik steken. Echter, als je in korte tijd veel mensen naar de andere wereld wil helpen, gaat er toch niets boven een schietijzer. De Belgische psychopaat Kim de Gelder, die erop gebrand was zoveel mogelijk onschuldigen te vermoorden en die opzettelijk de meest weerloze slachtoffers (baby’s) uitzocht, kwam ondanks al zijn messengezwaai niet verder dan drie doden. Wil je werkelijk zoden aan de dijk zetten, dan zal je, zoals Seung-Hui Cho, Matti Saari en Tim Kretchmer, (semi-)automatische vuurwapens moeten inzetten.

Als alleen fatsoenlijke, verstandige en sobere burgers een vuurwapen in handen konden krijgen, zou er misschien iets te zeggen zijn voor het particuliere bezit ervan, maar het is onmogelijk gebleken schietijzers uit handen te houden van kinderen, dronkenlappen, depressievelingen, psychopaten en would-be criminelen. Elk jaar komen er in Amerika tientallen kinderen om het leven die met een rondslingerend vuurwapen spelen en zichzelf, een broertje, of een vriendje doodschieten. Elk jaar zijn er honderden levensmoede lieden die in een opwelling een revolver in hun mond duwen, terwijl ze zich vermoedelijk wel tienmaal bedacht zouden hebben als ze zich van een gebouw of voor een trein hadden moeten werpen. Elk jaar zijn er duizenden heethoofden die tijdens een ruzie een pistool trekken en het object van hun ergernis lek schieten, terwijl ze met een rake klap hun boodschap even duidelijk hadden kunnen overbrengen.

Mensen die een wapen dragen zijn veel eerder geneigd een wapen te benutten (dat geldt ook voor messen). De meeste wapendragers zijn jonge mannen, toch al niet bekend om hun weloverwogen handelen. De barrière tegen het doden van een medemens is hoger bij het gebruik van een mes dan bij het gebruik van een vuurwapen. Dat is veel onpersoonlijker. Je staat niet neus aan neus met je tegenstander. Je wordt niet bespat met zijn bloed.

Toen de Amerikaanse Founding Fathers het recht op het dragen van wapens in de grondwet opnamen, bestonden er alleen vuursteengeweren. Na het lossen van een schot duurde het een eeuwigheid voor een musket opnieuw geladen was. Tegenwoordig kan je met een automatisch geweer in dezelfde tijd tientallen omstanders neermaaien. Ik vermoed dat de vroede vaderen heel anders over the right to bear arms zouden hebben gedacht als ze dit hadden kunnen voorzien.

Natuurlijk hebben mensen het recht zichzelf, hun geliefden en hun eigendommen te verdedigen. Het bezit van een vuurwapen zal ze daarbij meestal weinig helpen, tenzij ze het schietklaar op hun heup dragen. Als een vrouw in haar woning door een seksmaniak wordt overvallen, zal ze echt niet in de gelegenheid worden gesteld haar vanwege de kinderen goed opgeborgen sierpistooltje te pakken. En hoewel ik het persoonlijk niet zo’n ramp zou vinden als een belaagde winkelier een jachtgeweer met afgezaagde loop van onder de toonbank vandaan zou trekken om de overvallers uit elkaar te rijten, ben ik bang dat schurken dan in het vervolg revolvers meenemen in plaats van messen en meteen gaan schieten in plaats van eerst te dreigen. Het aantal gewapende overvallen per 100.000 inwoners is in Amerika ook bepaald niet lager dan in Nederland, integendeel.

If guns are outlawed, only the outlaws will have guns”, menen de Hestons van deze wereld. Het zijn echter niet de beroepscriminelen die scholen, kantoren en politieke bijeenkomsten binnenvallen om een bloedbad aan te richten, maar ‘ietwat’ vreemde, teruggetrokken frustraten, van wie (bijna) niemand het verwacht had. Jammer genoeg geldt dat ‘the outlaws will always be able to outgun the good guys’. Een binnenlandse wapenwedloop is wel het laatste waar we behoefte aan hebben en bij een overval is het slachtoffer altijd in het nadeel, de eventuele bewapening ten spijt. Bovendien, een crimineel die aan schiettuig kan komen, kan ook een kogelvrij vest regelen.

De voorstanders van vrij wapenbezit geloven heilig dat daardoor bij een amokloper erger onheil kan worden voorkomen. Ze wijzen op het feit dat Virginia Tech het dragen van verborgen wapens binnen de instelling had verboden en slachter Cho 'dus' ongehinderd zijn gang had kunnen gaan. In een enkel geval zal dit misschien opgaan, maar meestal niet. Zouden er in de Columbine Highschool minder doden zijn gevallen als een van de leraren een pistool in zijn bureaula had gehad en op zoek was gegaan naar de aanvallers? Ik geloof er niets van. Zo’n proppenschieter had weinig uit kunnen richten tegen de automatische wapens van de moordlustige nerds. Moslimterrorist Nidal Malik Hasan richtte aan bloedbad aan in Fort Hood, een plaats waar de dichtheid aan wapens en getrainde schutters groter is dan bij welke school of arbeidsplaats ook. Toch slaagde hij er in 13 mensen om te brengen en 32 te verwonden voor hij zelf werd neergeschoten. Zou het aantal slachtoffers van Jared Loughner minder groot zijn geweest als omstanders met een pistool op zak in paniek waren gaan schieten op alles wat hen verdacht voorkwam? Ik weet wel zeker van niet (hij werd overmeesterd door ongewapende getuigen).

Alle daders hadden ingecalculeerd dat ze zouden kunnen sterven (of streefden daar zelfs naar): het vooruitzicht neergeschoten te worden door toevallig aanwezige vuurwapendragers weerhield hen niet. De vele doden en gewonden zouden echter nooit zijn gevallen als gefrustreerde jongeren, verongelijkte moslims en psychiatrische patiënten niet met het grootste gemak aan state of the art schietwapens hadden kunnen komen.

De voorstanders beweren ook dat “more guns [mean] less crime”. Zelfs als in landen met veel particulier vuurwapenbezit de misdaadcijfers relatief laag zijn (wat ik in geval van Amerika sterk betwijfel), dan zijn daar meer voor de hand liggende oorzaken voor aan te wijzen. Een land als Zwitserland kent weinig moorden omdat het een welvarende en (tot voor kort) homogene samenleving betreft, niet omdat veel burgers (die trouwens meestal een militaire opleiding hebben gevolgd) wapens thuis hebben. De misdaad in de VS is mogelijk fors afgenomen door het legaliseren van abortus (waarmee de geboorte van veel ongewenste –dus slecht behandelde- kinderen is voorkomen) en is zeker flink gedaald door de introductie van de Three Strikes Laws (die de recidive sterk hebben doen teruglopen). De stijging van de misdaadcijfers in landen als Engeland is niet te wijten aan het aan banden leggen van het privébezit van vuurwapens, maar aan de immigratie van vijandige vreemdelingen (meest van het moslimse geloof) en het opengooien van de grenzen voor rooftoeristen.

Dat gewapende burgers een waarborg zouden kunnen vormen tegen tirannieke neigingen van machthebbers gold misschien in de tijd van George Washington, maar tegenwoordig is dat een illusie. Wat burgers ook aan wapens bijeen kunnen sprokkelen, de uitrusting van een leger (of dat nu het eigen of een vijandig leger betreft) is altijd dodelijker.

Het geweldsmonopolie van de overheid is een cruciale voorwaarde voor orde en rust in een moderne samenleving. Autoriteiten die een dergelijk monopolie voor zichzelf opeisen verplichten zich daarmee wel om hun onderdanen te beschermen tegen beroving en geweld en te wreken in geval van onrecht. Schiet een regering in het vervullen van deze plicht te kort, dan moeten de burgers haar ter verantwoording roepen en bij de volgende verkiezingen op een partij stemmen die de openbare veiligheid wél serieus neemt (zoals in Nederland de PVV). Die veiligheid wordt niet bevorderd door meer particulier wapenbezit, maar juist door minder. Wat er zou moeten gebeuren is het volgende:

(1) De plezierjacht en schietverenigingen dienen geen enkel nuttig doel en moeten verboden worden (Tim Kretchmer nam voor zijn Amoklauf een pistool van zijn vader, lid van een schietvereniging, mee). Op zijn minst mogen legale vuurwapens niet meer thuis bewaard worden, maar moeten in het clubhuis achter slot en grendel.

(2) De straffen voor misbruik van vuurwapens moeten fors omhoog. Het is absurd dat gangsta’s slechts lullige taakstrafjes krijgen voor het op zak hebben van een pistool (met als gevolg dat ze elkaar om het minste en geringste door de kop knallen). Voor het bezit van een vuurwapen moet een straf van minstens een jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf uitgedeeld worden, voor het dreigen ermee een straf van minstens drie jaar en voor het afschieten ervan een straf van minstens vijf jaar – bovenop de straf die de betreffende bandieten voor een moord of overval zelf krijgen. [Ook op het dragen van een mes in een openbare gelegenheid moet een veel strengere sanctie staan.]

(3) Psychisch gestoorden (w.o. stalkers) die gewelddadige neigingen vertonen of gewelddadige fantasieën uiten, moeten preventief worden opgesloten. Het is onzinnig om te wachten tot ze door het lint zijn gegaan.

(4) De politie moet beter worden getraind in het effectief beschermen van burgers tegen geweld. Het is even absurd om politiemensen een vuurwapen te verbieden (zoals in Engeland het geval is), als om burgers een vuurwapen toe te staan. Voorwaarde voor het dragen van een pistool is wel dat de politiemensen er veel beter mee leren omgaan dan nu in Nederland het geval is. Het nabootsen van realistische omstandigheden (vuurgevecht) is daarbij noodzakelijk. Dienders die problemen hebben hun vuurwapen zonder aarzeling in te zetten moeten maar bureaudienst gaan doen, of (liever nog) ontslag nemen. Te lang zijn Nederlandse politieagenten geselecteerd op hun watjesgehalte.

(5) Politiemensen moeten in geval van gevaar voor burgers onverwijld in actie komen. Het is een eeuwige schande dat twee agenten een half uur voor de deur bleven wachten op versterking terwijl binnen een man werd doodgemarteld. In Amerika heeft de overheid na Columbine zijn lesje geleerd en hebben de wetsdienaren nu de instructie geen tijd te verdoen met het afzetten van de plaats delict en het beoordelen van de situatie, maar onmiddellijk naar binnen te gaan en active shooters uit te schakelen –ook al moeten ze gewonden voorlopig aan hun lot overlaten. Vuurgevaarlijke verdachten mag men nooit laten ontsnappen.

(6) Ook in Nederland is wetgeving nodig die recidivisten, vooral degenen die zich schuldig hebben gemaakt aan (seksueel) geweld, permanent, of op zijn minst veel langduriger, achter de tralies brengt.

Als een overheid blijvend faalt in het beschermen en wreken van haar onderdanen, moet men niet gek opkijken als burgers zich bewapenen en het recht in eigen hand nemen.

Dit artikel is ook te vinden op de website Het Vrije Volk.