zondag, oktober 07, 2007

Hoe een tsunami van moslims is weggedefinieerd.

Zo nu en dan koop ik de weekendeditie van de Volkskrant, bijvoorbeeld als de voorpagina een interessant artikel belooft. Deze keer viel mijn blik op een bijzonder intrigerende kop: Angst voor 'tsunami van moslims' is ongegrond. Aangezien ik zeker weet dat deze angst helemaal niet ongegrond is, bood zich een onweerstaanbare uitdaging aan.

De boude bewering is het derivaat van een interview met drs. Joop de Beer, hoofd van de afdeling prognose van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) en voorheen hoofd van de afdeling bevolking van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), een op het oog deskundig en betrouwbaar man dus. Hij komt echter op een wel heel simplistische wijze tot deze geruststellende conclusie. Volgens het CBS bedraagt het percentage niet-westerse allochtonen in 2050 16% van de Nederlandse ingezetenen. De religieuze affiliatie van allochtonen wordt niet systematisch bijgehouden, maar het percentage moslims onder hen wordt door het CBS ruwweg geschat op 54%. Op grond hiervan berekent De Beer dat de bevolking van Nederland in 2050 voor 9% uit moslims zal bestaan. Gezien het feit dat het percentage nu al op ruim 6% ligt, is dat een zeer bescheiden toename –een verdacht bescheiden toename zelfs.

Drs. Joop de Beer ontkent dat de prognose opzettelijk laag is gehouden om maatschappelijke onrust te voorkomen. Dat waag ik te betwijfelen. Statistische uitkomsten worden in hoge mate bepaald door de gehanteerde definities en hier zit een gigantische adder onder het gras: een onbekend aantal niet-westerse allochtonen wordt door het CBS niet als zodanig geregistreerd omdat beide ouders in Nederland zijn geboren. Ook rangschikt het CBS sommige groepen die normaliter als niet-westers worden beschouwd (zoals Indonesiërs en Japanners) bij de westerse allochtonen. De 'verkleuring' van Nederland wordt dus stelselmatig onderbelicht. Niettemin beweert De Beer dat de aantallen niet meegetelde niet-westerse allochtonen die buiten beschouwing blijven ‘niet zo groot zijn’. Op grond waarvan blijft duister. Bij zijn prognose gaat drs. Joop de Beer in ieder geval uit van een aantal onbewezen premissen:

(1) De verhouding tussen de percentages moslims en niet-moslims onder immigranten blijft ten minste gelijk. De Beer postuleert zelfs dat het percentage niet-moslims toeneemt, omdat hij verwacht dat vooral de immigratie uit Azië flink zal groeien -en daar is de islam minder dominant dan in Turkije of Marokko. Inderdaad zijn niet alle Aziaten moslim, maar momenteel komt het overgrote deel van de Aziatische immigranten uit islamitische landen (Pakistan en Afghanistan) en het is pure speculatie om te veronderstellen dat dit beeld zal veranderen: de bewoners van China, Korea en India, bijvoorbeeld, hebben steeds minder reden om hun vaderland te verlaten, zelfs niet als kennismigrant. Het percentage niet-moslims onder niet-westerse allochtonen wordt in de huidige situatie sterk beïnvloed door de aanwezigheid van een grote groep Surinamers ons land. Aangezien de toekomstige immigratie uit Suriname vermoedelijk marginaal is, zal het percentage moslims onder immigranten eerder stijgen dan dalen.

(2) Er zal tegen 2050 meer geloofsafval plaatsvinden, aangezien men volgens De Beer doorgaans kan waarnemen dat immigranten zich gaandeweg aanpassen aan het land waarin zij wonen. Dit gaat inderdaad voor migranten van velerlei herkomst op, maar er is geen enkel bewijs dat moslims even aanpassingsbereid zijn. In de berekeningen van De Beer vallen moslims automatisch van hun geloof af als beide ouders in Nederland zijn geboren, maar in de praktijk is tot nu toe alleen gebleken dat met het percentage moslims in de ontvangende samenleving ook het religieuze fanatisme groeit. Mogelijk neemt het aantal moslims dat wekelijks naar de moskee gaat geleidelijk af (ook al omdat het bijwonen van het vrijdaggebed in de moskee moeilijk met een reguliere baan te combineren is), maar De Beer kan niet ontkennen dat zelfs allochtonen die de moskee mijden zich nog altijd als moslim beschouwen. Ook de overweging dat moslims geen ‘monolithisch blok’ vormen, doet aan de dreiging van de intolerante islam weinig af.

(3) De immigrantenpopulatie zal de eerstkomende decennia vooral uit geselecteerde economische immigranten bestaan, die aan de Nederlandse vraag naar arbeidskrachten moeten voldoen. Die immigranten zullen vooral uit Oost-Europa en Azië komen. Een van de redenen om aan te nemen dat de immigratie uit moslimlanden minder sterk zal toenemen dan de totale immigratie, is volgens De Beer het feit dat het toelatingsbeleid veel strenger is geworden. De immigratie naar Nederland wordt echter niet gestuurd door de vraag naar arbeid, maar door het aanbod van uitkeringen. Sietse Fritsma heeft onlangs aangetoond dat de meerderheid van de immigranten geïmporteerde huwelijkspartners zijn (die wel een economisch motief hebben, maar hier niet komen om te werken) en dat de zogenaamd strengere regels op grote schaal ontdoken worden zonder dat hier iets tegen wordt ondernomen. Een veel veiliger veronderstelling is daarom dat de huidige toelatingspraktijk gehandhaafd blijft –tenzij de PVV en aanverwante partijen door een eclatante verkiezingsoverwinning een radicale verandering afdwingen.

(4) Het geboortecijfer bij moslims zal steeds dichter bij dat van de autochtonen komen te liggen. De afgelopen tien jaar is dit namelijk iets gezakt: bij Marokkanen van 3,3 naar 3,1 en bij Turken van 2,3 naar 2,1. Bij Nederlandse vrouwen ligt het geboortecijfer op 1,7. Het is niet geheel duidelijk of dit getal het aantal kinderen per vrouw, dan wel het aantal kinderen per moeder betreft. Ik veronderstel het laatste aangezien De Beer opmerkt dat kinderloosheid onder Turkse vrouwen (evenals onder Marokkaanse vrouwen) heel weinig voorkomt. Dat ligt bij Nederlandse vrouwen anders, waardoor er toch een aanzienlijk verschil in vruchtbaarheid ontstaat in het ‘voordeel’ van moslimvrouwen (mogelijk wel 50%).

Het CBS calculeert in dat ook in de toekomst zeker 2/3 van de moslims zijn partner uit het land van herkomst zal halen (momenteel betreft het 3/4 van de trouwlustigen). Drs. Joop de Beer erkent bovendien dat onder moslims de echtscheidingscijfers ‘iets hoger’ liggen dan onder niet-moslims. Het lijkt hem echter ‘plausibel’ dat dit veroorzaakt wordt door de cultuurverschillen tussen partners van verschillende herkomst (een goede reden om een partner in Nederland te zoeken lijkt mij) en niet door een ‘oneigenlijk gebruik’ van de mogelijkheid om een huwelijkskandidaat te laten overkomen. De schrikwekkende omvang van dit misbruik is door Sietse Fritsma echter onomstotelijk bewezen. "Wel geloof ik dat zulke stellen denken: de relatie gaat slecht, maar laten we nog maar even wachten met scheiden totdat de overgekomen partner recht heeft op een verblijfsvergunning", merkt De Beer nog op. Wat mij betreft geeft hij blijk van een volmaakte miskenning van het wezen van het islamitische huwelijk.

Iedere prognose is nattevingerwerk en drs. Joop de Beer heeft dan ook geen moeite toe te geven dat hij er wel eens naast zou kunnen zitten zitten, maar ook als hij ‘in het voordeel van de islam’ rekent, komt hij ‘niet verder’ dan een prognose van 23% moslims in 2050. Dat is een aanmerkelijk verschil met de 9% die hij in eerste instantie met zoveel vooringenomenheid voorspelde. Daar komt bij dat hij een aantal essentiële factoren buiten beschouwing laat:

(a) Het feit dat het steeds waarschijnlijker wordt dat Turkije zal toetreden tot de EU. Volgens berichten staan 25 miljoen Turken te popelen om zich richting West-Europa te spoeden. Hoeveel daarvan hun heil zullen zoeken in Nederland, valt niet te voorspellen, maar dat er een grote Turkse familiereünie zal plaatsvinden staat buiten kijf, evenals het feit dat vooral de onproductieven (ouderen, gehandicapten) zich in Nederland zullen willen settelen.

(b) Het feit dat het overgrote deel van de asielzoekers uit moslims bestaat. ’s Werelds grootste brandhaarden liggen in islamitische gebieden en het grootste aantal schendingen van de mensenrechten vindt plaats in islamitische gebieden. Jaarlijks kloppen duizenden moslims (met een al dan niet verzonnen vluchtverhaal) bij ons aan de poort en al wordt hun asielverzoek afgewezen, de praktijk heeft uitgewezen dat ze ons land maar zelden weer verlaten.

(c) Het feit dat een aanzienlijk deel van de illegalen uit moslims bestaat en dat naarmate de immigratievoorwaarden strenger worden het aantal illegalen zal toenemen.

De Beer wil de problemen rond immigratie en islam niet bagatelliseren. Met name Marokkanen veroorzaken veel "maatschappelijke onrust". Maar ze blijven volgens hem een kleine groep: "Voorlopig zijn er meer NCRV-leden dan Marokkanen in Nederland." Bovendien concentreren de problemen zich in de grote steden en blijven grote delen van het platteland verschoond van overlast (een schrale troost voor de stedelingen). Momenteel telt ons land 329.000 Marokkanen. In 2050 zal dat aantal zijn gestegen tot 425.000, nog altijd slechts 2,5% van de bevolking. Hoe ‘Marokkaan’ gedefinieerd wordt, blijft echter onvermeld. Naar alle waarschijnlijkheid omvat deze categorie alleen mensen die zelf in Marokko geboren zijn, of althans een in Marokko geboren ouder hebben. Het aantal allochtonen van Marokkaanse afkomst is ongetwijfeld veel groter en hoogstwaarschijnlijk zijn de meesten van hen nog steeds behept met alle Marokkaanse onhebbelijkheden. Geen aangenaam vooruitzicht.

Drs. Joop de Beer kan in redelijkheid slechts voorspellen dat tegen 2050 in het gunstigste geval ca. 9% van de bevolking van Nederland zal bestaan uit legale moslimimmigranten van de eerste generatie en hun kinderen. Hoeveel illegale en ‘ingeburgerde' moslims onze samenleving zal tellen, is in nevelen gehuld. Het schromelijk 'onderschatten' van de omvang van deze groep door De Beer is een bewijs van kwade trouw. Ik durf er mijn kop onder te verwedden dat het percentage moslims in Nederland aanzienlijk hoger zal liggen dan de 23% die door hem als meest extreme mogelijkheid wordt gepresenteerd en het is zelfs bepaald niet ondenkbaar dat ze de meerderheid zullen vormen.

Zo wordt de Nederlandse bevolking niet alleen door de politiek maar ook door de wetenschap keihard voorgelogen.

Dit artikel is ook te vinden op de website Het Vrije Volk.