donderdag, februari 03, 2011

Geen krokodillentranen voor Zahra Bahrami.

Het opleggen van de doodstraf voor het smokkelen van bescheiden hoeveelheden drugs is sadistisch. Het aan een verdachte onthouden van een adequate verdediging is middeleeuws. Het afdwingen van een bekentenis door marteling en het executeren van een gevangene terwijl het beroep tegen het doodvonnis en een tweede rechtszaak nog lopen is barbaars. Het terechtstellen van een veroordeelde zonder familie en advocaat daarvan op de hoogte te stellen is laaghartig. Iran heeft zich in de zaak van de 45-jarige Iraans-Nederlandse Zahra Bahrami (alias Sahra Bahraami, alias Zahra Mehrabi), die op 29 januari werd opgehangen als drugshandelaarster en mohareb (vijand van God) opnieuw laten kennen als een schurkenstaat. Men kan zich afvragen of de Nederlandse regering doortastend heeft gereageerd op de Iraanse machinaties. De executie van deze ‘Nederlandse staatsburger’ roept bij mij echter ook heel andere vragen op.

Zahra Bahrami kwam in 1994 als (politiek?) vluchtelinge naar ons land en kreeg op enig moment (wanneer precies is onduidelijk) de Nederlandse nationaliteit. Ze was een gescheiden vrouw, die haar zoon meenam naar een land vol ‘ongelovigen’, haar twee dochters achterliet bij haar ex-man en bijkluste als buikdanseres. Haar levenswijze werd in Iran scherp afgekeurd. Bovendien stond ze naar eigen bewering op een dodenlijst omdat haar oudere broer een foto van de sjah (!) in bezit had gehad. Er is in haar geboorteland het afgelopen decennium weinig veranderd, dus de bezwaren tegen haar persoon bleven onverkort van kracht. Hoe is het mogelijk dat Zahra Bahrami onbekommerd op familiebezoek in Iran kon gaan? Daarop is maar één antwoord mogelijk: ze heeft bij haar asielaanvraag gelogen. [Het Ministerie van Buitenlandse zaken kon na haar arrestatie in december 2009 haar gegevens in eerste instantie niet vinden in de bestanden omdat “haar naam en geboortedatum anders waren”!] Ik heb ooit een bona fide vluchteling uit Iran gekend. Hij moest naar Turkije om zijn familie te treffen.

Dit is een opvallend vaak voorkomend verschijnsel in de asielindustrie. Duizenden ‘vervolgden’ die zogenaamd ternauwernood het vege lijf hebben kunnen redden door hals over kop naar Nederland te vluchten pendelen na het verkrijgen van een verblijfsvergunning veelvuldig heen en weer naar het land van herkomst zonder dat hen ooit een haar wordt gekrenkt. Dat zou toch te denken moeten geven.

Daarom: vluchtelingen voor oorlogsgeweld dienen direct te worden teruggestuurd als de oorlog is afgelopen en politieke vluchtelingen dienen direct heengezonden te worden als de politieke situatie is genormaliseerd -zo er überhaupt al asiel in Nederland moet worden verleend, want vluchtelingen dienen in principe in de regio van herkomst zelf te worden opgevangen. Alleen mensen die bij hun asielaanvraag de volle waarheid hebben verteld, al meer dan tien jaar onafgebroken in Nederland wonen, van onbesproken gedrag zijn, de Nederlandse normen en waarden in woord en daad uitdragen en in hun eigen onderhoud voorzien mogen wat mij betreft blijven. Het asielrecht is bedoeld om mensen die in levensgevaar verkeren (zoals de Europese Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog) te redden, niet om mensen die het slecht hebben een beter leven te bezorgen. Natuurlijk gaan profiteurs en bedriegers erop achteruit als ze geretourneerd worden naar hun geboorteland, maar dat dient voor Nederland geen punt van overweging te zijn.

In 2003 werd Zahra Bahrami betrapt toen ze 16 kilo cocaïne Nederland trachtte binnen te smokkelen. Ze ging hiervoor twee jaar de gevangenis in. In 2007 werd ze veroordeeld voor het vervalsen van een paspoort (bij haar arrestatie in Iran bleek ze een vals Spaans paspoort te bezitten). Zahra Bahrami was dus een ordinaire misdadigster. Hoe is het mogelijk dat een tweemaal veroordeelde crimineel de Nederlandse nationaliteit mocht behouden?

Daarom: asielzoekers die (in Nederland of daarbuiten) zijn veroordeeld voor een (niet-politiek) misdrijf mogen nooit en te nimmer een permanente verblijfsvergunning krijgen en al helemaal niet de Nederlandse nationaliteit –tenzij bewezen wordt dat de veroordeling onterecht was. Indien de misdaad in Nederland is begaan, moeten de betrokkenen bovendien direct uit de asielprocedure (en dus het land) gesmeten worden. Hebben ze de Nederlandse nationaliteit reeds veroverd, dan dient deze hen afgenomen te worden.

In 2006 vertrok Zahra Bahrami naar Londen om haar danscarrière nieuw leven in te blazen. Engeland kon haar door de absurde EU-regels over vrij verkeer van personen de toegang niet weigeren. Hoe is het mogelijk dat halve Nederlanders die zich permanent in het buitenland gevestigd hebben zich tot in de eeuwigheid kunnen blijven beroepen op de voordelen van het Nederlanderschap?

Daarom: halve Nederlanders die gedurende een periode van drie jaar meer dan de helft van hun tijd elders verblijven, dient de Nederlandse nationaliteit ontnomen te worden.

Zahra Bahrami is onacceptabel zwaar bestraft voor haar indiscreties, maar haar tragedie is toch echt een geval van ‘eigen schuld, dikke bult’. Iemand die Iran ‘verraadt’ door elders asiel te zoeken (daarmee de autoriteiten te kijk zettend als wrede dictators), die de nationaliteit van een ‘kafirland’ aanneemt zonder haar Iraanse paspoort op te geven en die vervolgens de gehate machtswellustelingen provoceert door deel te nemen aan een betoging van politieke tegenstanders, moet wel een complete imbeciel zijn. Zahra Bahrami heeft haar dwaasheid met de dood moeten bekopen. Laat dit een lesje zijn voor de 30.000 andere ‘politieke vluchtelingen’ uit Iran, in geval ze denken onder bescherming van Nederland hun gang te kunnen gaan in deze islamitische terreurstaat.

Door verontwaardigde sympathisanten, waarvan sommige zelfs “onze militaire elitetroepen” hadden willen sturen om Zahra Bahrani te bevrijden, wordt voetstoots aangenomen dat ze er ingeluisd is. Ze was in Londen echter lid van een monarchistische organisatie die het huidige Iraanse regime omver wil te werpen. Bovendien werd er bij haar thuis bijna een kilo cocaïne en opium aangetroffen (voor 30 gram kan je in Iran al de doodstraf krijgen). Misschien waren deze genotsmiddelen daar door politieagenten verborgen, maar met haar veroordeling wegens drugssmokkel in Nederland verschafte ze de autoriteiten wel een heel dikke knuppel om haar te slaan.

Er is veel kritiek geweest op het ‘slappe’ optreden van de Nederlandse regering in deze kwestie. Zo zou de men verzuimd hebben financiële steun te verlenen voor haar verdediging en te veel hebben verwacht van ‘stille diplomatie’. Nederland had echter geen enkele morele verplichting jegens Zahra Bahrami. Ze had de Nederlandse nationaliteit onder valse voorwendselen verkregen en door Nederland de rug toe te keren had ze er effectief afstand van gedaan. De Iraanse regering gaf alleen maar blijk van realiteitszin door haar Nederlanderschap niet te erkennen (dat die ik ook niet). Beschuldigden hebben volgens de regels trouwens pas recht op geld voor een inheemse verdediger als ze ter dood veroordeeld zijn en in beroep gaan. Niemand kon vermoeden dat de Iraanse autoriteiten het doodvonnis binnen een maand zouden voltrekken (een additioneel bewijs van hun onbetrouwbaarheid).

Zahra Bahrami is door sommige media ten onrechte als activiste of zelfs vrijheidsstrijdster bestempeld. Volgens haar familie was ze nauwelijks geïnteresseerd in politiek en als ze werkelijk begaan was met het lot van haar seksegenoten, had ze haar twee dochters nooit in Iran achtergelaten. Deze opportuniste, wier enige bijdrage aan de Nederlandse samenleving het uitplunderen van de belastingbetalers is geweest, is mij de 18.000 euro die de inzet van nieuwe Iraanse advocaten kostte in ieder geval niet waard. En zo dachten haar familie en ‘vrienden’ er blijkbaar ook over, anders waren ze zelf wel over de brug gekomen.

Nederland is in deze zaak door Iran echter wel schandelijk geschoffeerd en de regering moet haar verontwaardiging daarover duidelijk etaleren, bijvoorbeeld door de Nederlandse ambassadeur uit Teheran terug te roepen.

Dit artikel is ook te vinden op de website Het Vrije Volk.