Geert Wilders is er de afgelopen jaren in geslaagd een groot deel van het Nederlandse volk (ook van degenen die nooit op hem zullen stemmen) ervan te overtuigen dat de politiek-correcte keizer geen kleren draagt en dat het ideaal van de vreedzame en welvarende multiculturele samenleving, hun de laatste decennia zo fanatiek opgedrongen, een fata morgana is. Dat er een steeds diepere kloof gaapt tussen de niet-moslims en de moslims in ons land wordt tegenwoordig in brede kring erkend, maar over de oorzaken van deze groeiende tegenstelling zijn de analisten het niet eens. Rechts geeft de schuld aan de linksen (wereldvreemde zelfhaters die de allochtonen bijkans dood knuffelen) en links geeft de schuld aan de rechtsen (racistische proleten die hun onderbuikgevoelens de vrije loop laten). Links pleit bovendien de moslims van elke aanklacht vrij.
Voor het ontstaan van deze malaise is echter wel degelijk een schuldige partij aan te wijzen: de (witte) elite, waarbij de politieke signatuur van de betrokken niets uitmaakt. Tallozen hebben bijgedragen aan het ondermijnen van onze samenleving. De ondernemers, die om kosten te sparen geen innovaties entameerden, maar goedkope arbeidskrachten uit het Middellandse Zeegebied importeerden, die hen afdankten toen ze niet meer nodig waren omdat de arbeidsintensieve bedrijven naar lagelonenlanden werden verplaatst en die de gevolgen afwentelden op de samenleving (precies hetzelfde doen ze tegenwoordig met de Oost-Europeanen). De politici, die in vlagen van verstandsverbijstering deze afgeserveerde gastarbeiders toestonden in ons land te blijven, hun familie te laten overkomen en de Nederlandse nationaliteit aan te nemen (waartoe ze door de linkse partijen, die verlegen zaten om nieuw stemvee, regelrecht werden aangemoedigd) en die hun daarvoor de mogelijkheid verschaften door het onterecht toekennen van bijstandsuitkeringen. De vertegenwoordigers van de media, die niets nalieten om de bevolking te indoctrineren met het waanidee dat gelukszoekers uit achterlijke culturen een aanwinst voor de maatschappij zijn.
Het fiasco van dit rampzalige beleid was niet alleen voorspelbaar, maar is ook voorspeld door een aantal moedige en vooruitziende politici en opiniemakers (Hans Janmaat, Frits Bolkestein, Pim Fortuijn, Theo van Gogh, Ayaan Hirsi Ali en –als een van de eersten- de linkse anarchist Anton Constandse), die door politiekcorrecte dwazen (aangespoord en aangevoerd door ‘weldenkende’ leden van de elite) zijn verketterd, verdreven en vermoord.
Hoe catastrofaal de consequenties van deze reeks kapitale blunders zijn, begint steeds meer tot een steeds groter deel van de autochtone bevolking door te dringen. Natuurlijk, zij hebben zitten slapen en zich daarom laten verleiden op de partijen te blijven stemmen die hen in het ongeluk hebben gestort. Maar ten langen leste zijn ze wakker geschrokken en nu beseffen ze dat degenen die dik betaald werden om vooruit te zien spectaculair gefaald hebben. Er is een gerede kans dat ze zich voor het laatst hebben laten bedonderen.
Bij de afgelopen verkiezingen zijn de goedgelovigen er nog ingestonken en stemden ze massaal op het CDA, dat hen na jaren van verzuring eindelijk met zoet zou belonen, en op de linkse partijen, die hun het bestaan eveneens aanzienlijk beloofden te verzoeten. Hoe bitter was de deceptie toen bleek dat het gros van de werkenden er, ondanks de aantrekkende economie, onder het christensocialistische kabinet Balkenende IV in het nieuwe jaar alleen maar op achteruit zal gaan, als gevolg van de sterk stijgende premies en belastingen. De morrende massa begrijpt bovendien dondersgoed dat het meeste geld dat er bij de ploeterende (meest autochtone) penningenleveranciers wordt afgeroomd rechtstreeks naar de parasiterende (meest allochtone) prachtwijkers gaat. Geen wonder dus dat het driekwart van de reageerders bij een Elsevier-poll aanzienlijk meer vreugde zou verschaffen dit jaar het kabinet te zien vallen dan Nederland Europees voetbalkampioen te zien worden.
Het besef dat de weerzin van het stemvee toeneemt sijpelt binnen in de hogere regionen van de samenleving en het establishment begint onmiskenbaar tekenen van paniek te vertonen. Men tracht weerwerk te bieden door een gecoördineerde campagne om de steeds sceptischer onderknuppels van de juistheid van het elitaire wereldbeeld te overtuigen. De ene schaamlap na de andere wordt tevoorschijn getoverd om de naakte waarheid te verhullen. Het Sociaal en Cultureel Planbureau, bij monde van directeur Paul Schnabel, de ondergekwalificeerde (want socioloog) en overbetaalde (bijna twee ton op jaarbasis) roeptoeter van de elite kapittelde in een interview het klootjesvolk dat maar niet wil beseffen hoe goed men het eigenlijk heeft (de koppen moeten dus weer diep het zand in). HM de Koningin van Medeland deed een flinke duit in het zakje met haar betweterige Kersttoespraak en een vijftigtal ‘prominenten’, onder bevel van Wilders-hater Doekle Terpstra, kwam met het Nieuwjaarspamflet Benoemen en Bouwen, waar de schijntolerantie van afdruipt. [De sentimentele toon lijkt trouwens verdacht veel op die van de beweging één land, één samenleving, waarmee de linksback van de VVD, Hans Dijkstal, vorig jaar de publiciteit zocht.]
Het verraderlijke van deze manifesten was dat er op het oog door een redelijk mens weinig tegenin valt te brengen. Wie is er nu tegen gemeenschapszin? Wie spuwt er op wellevendheid? Wie kickt er op polarisatie? Wiens levensvervulling is het zijn medemensen nodeloos te kwetsen? Ze richtten zich bovendien formeel gezien tot Gans Het Volk. Dat ze impliciet vooral Geert Wilders en zijn aanhangers op de korrel namen, werd in alle toonaarden ontkend. Men kan inderdaad stug blijven volhouden dat ook radicale islamieten werden vermaand tot meer tolerantie, maar aangezien zelfs een zwakzinnige niet echt gelooft dat die zich een lor zullen aantrekken van wat de koning en de koningin van de ongelovige onnozelaars te berde brengen, is dat zuivere retoriek. Wilders voelde zich terecht aangesproken, maar toen hij in ongezouten taal van zijn verontwaardiging daarover blijk gaf werd hem smalend voorgehouden dat de schoen die hij aantrok hem blijkbaar uitstekend past. Dat deze schoen ook talloze moslims als gegoten zit, maar dat die verdommen hem aan te trekken, daarover hoor je de politici en commentatoren niet. In beide manifesten werd schoorvoetend erkend dat er problemen zijn met de integratie van moslims en dat is een minuscuul lichtpuntje, maar met oplossingen (behalve het grijsgedraaide deuntje over verdraagzaamheid en dialoog) kwam men –uiteraard- niet.
Doekle Terpstra had (tot hilariteit van columnist Paul Lieben) bewust alleen witte ondertekenaars voor zijn hartenkreet gezocht: het was nadrukkelijk een initiatief van autochtonen (waarmee hij dus impliciet erkende dat het ook in de eerste plaats voor autochtonen bestemd was). Hij verwelkomde echter steun uit allochtone kring en werd reeds de volgende dag op zijn wenken bediend met het pamflet 2008 zonder angst voor de ander, uitgebracht door vertegenwoordigers van een aantal islamitische organisaties. Dat bleek geen onverdeelde zegen, want sommige initiatiefnemers zijn van een bedenkelijk allooi: Yahia Bouyafa geeft de opruiende geschriften uit van de Moslimbroederschap, dat streeft naar de islamitische overheersing van het Westen; Oner Hamurcu is voorman van het Turks-nationalistische genootschap Milli Görüs, bekend van de financiële manipulaties bij de bouw van de Amsterdamse Westermoskee; fatwavoorstander en homohater Mohammed Rabbae bezorgde GroenLinks de grootste verkiezingsnederlaag uit haar geschiedenis en Ayhan Tonca werd om zijn koppige ontkenning van de Armeense genocide van de CDA-verkiezingslijst geschrapt. Allemaal lieden die de tolerantie aantoonbaar niet hoog in het vaandel hebben staan. De hypocriete bijval van de radicale jongerenbeweging Hizb ut-Tahrir was zelfs de ruimhartige Doekle een doorn in het oog.
De elitaire prekerij (met NCRV-geurtje) waarvan deze teksten bol staan vielen bij een flink deel van de bevolking niet in goede aarde. Er steeg een walm van eigendunk uit de geschriften op die men zum kotzen vond. In de media overheersten dan ook de negatieve geluiden. Mark d'Aviano heeft een boeiende bloemlezing gepresenteerd uit de reacties op de toespraak van Koningin Beatrix. Bijna 2/3 van de stemmers bij Standpunt.nl vond het initiatief van Terpstra en zijn medestanders weinig zinvol. Zelfs op de websites van linkse kranten als de Volkskrant en de NRC was de steun beperkt. Alleen de aanhang van Trouw was waarlijk verscheurd. De achterban van ondertekenaar Lodewijk de Waal (Humanistische Alliantie) was verbolgen: die voelde niets voor het "vernachelen" van de vrijheid van meningsuiting.
Veel reageerders ergerden zich wezenloos aan het feit dat Paul Schnabel, Trix van Oranje en de ondertekenaars van Benoemen en Bouwen zonder uitzondering riante inkomens genieten en in allochtonenvrije wijken wonen. Zij behoren tot de geprivilegieerden wier hoogbejaarde ouders niet hun wijk uitgepest zijn, wier strengbehoede dochters nimmer voor hoer uitgemaakt worden, wier peperdure auto’s nog nooit in de fik gestoken zijn, maar zij hebben de gotspe om de reële problemen van de minderbedeelden hautain van tafel te vegen. Met name Drammende Doekle zelf kreeg er stevig van langs: een ex-vakbondsbons die altijd geageerd heeft tegen grootverdieners, maar die nu zijn kassa laat rinkelen bij Unilever en die met zijn parttime baan bij de (uit belastinggeld gefinancierde) HBO-Raad meer verdient dan de minister-president, heeft geen enkel recht zich op zijn morele superioriteit te laten voorstaan. Ook menige columnist (Liesbeth Wytzes, Afshin Ellian, Carel Brendel, Willem de Zwijger, Ariël Bruéns) was onaangenaam getroffen.
De opzienbarende actie van Doekle en consorten zou niet mogelijk zijn geweest zonder de medewerking van (de papieren versie van) Trouw, waarvan de uitgever en de hoofdredactie in een “uniek” en genereus gebaar de voorpagina tegen een zacht prijsje beschikbaar stelden, ofschoon ze weigerden de oproep ook te ondertekenen. De hoofdredacteur en voornaamste schuldige, ex-communist Willem Schoonen, moest toegeven dat deze geste ook binnen de eigen gelederen niet overal goed gevallen was. In de redactionele burelen werden stevige noten gekraakt, want menig redacteur vreesde (terecht) dat de krant hiermee haar journalistieke objectiviteit compromitteerde.
Trouws eigen columnist Sylvain Ephimenco, vond de oproep een “poging tot (zelf)censuur”. Zijn tegenpool, de “vastgeroeste ouwe knar” J.A.A. van Doorn (ook al een socioloog –ik begin me af te vragen of het bedrijven van deze schijnwetenschap soms tot hersenverweking leidt) was daarentegen lyrisch over het initiatief en vergeleek op de van hem bekende demagogische wijze de ondertekenaars (“maatschappelijke verantwoordelijkheid dragende leiders en woordvoerders”) in positieve zin met de steunverleners aan het Comité Ex-Moslims (“hele en halve intellectuelen, zichzelf [helaas ten onrechte] rekenend tot de crème de la crème van denkend Nederland”). Meestal zijn de stukken van zijn hand nogal controversieel. In dit geval echter niet: de reacties waren vrijwel unaniem afwijzend.
De conclusie is gewettigd dat de elitaire schaamlappen de blote staat van de keizer niet lang aan het oog hebben kunnen onttrekken. Integendeel: ze zijn door de critici zodanig aan flarden gescheurd dat de naakte werkelijkheid nog beter zichtbaar is geworden.
Naschrift:
Ik ben een groot voorstander van het benoemen van problemen. Anders dan de Majesteit en de Bende van Doekle weet ik echter dat je eerst het in de weg staande krot moet afbreken voor je kunt beginnen met het bouwen van een nieuw onderkomen. De moeder van alle maatschappelijke problemen waarmee Nederland momenteel worstelt is de aanwezigheid van een onverteerbare kluit nutteloze niet-westerse allochtonen. Problemen zijn alleen op te lossen door de oorzaken aan te pakken. Aan die oorzaken zijn de autochtone Nederlanders medeschuldig, dat valt niet te ontkennen. Wij hadden deze immigranten nooit toe moeten laten en we hadden ze nooit de Nederlandse nationaliteit moeten geven. Geen enkele ontwikkeling is echter onomkeerbaar. Immigranten die bewezen hebben dat ze in ons land niet thuishoren dienen van de Nederlandse nationaliteit te worden ontdaan en naar hun enige ware vaderland te worden teruggestuurd. Pas dan is er weer een fundament om op verder te bouwen.
Dit artikel is ook te vinden op de website Het Vrije Volk.
Voor het ontstaan van deze malaise is echter wel degelijk een schuldige partij aan te wijzen: de (witte) elite, waarbij de politieke signatuur van de betrokken niets uitmaakt. Tallozen hebben bijgedragen aan het ondermijnen van onze samenleving. De ondernemers, die om kosten te sparen geen innovaties entameerden, maar goedkope arbeidskrachten uit het Middellandse Zeegebied importeerden, die hen afdankten toen ze niet meer nodig waren omdat de arbeidsintensieve bedrijven naar lagelonenlanden werden verplaatst en die de gevolgen afwentelden op de samenleving (precies hetzelfde doen ze tegenwoordig met de Oost-Europeanen). De politici, die in vlagen van verstandsverbijstering deze afgeserveerde gastarbeiders toestonden in ons land te blijven, hun familie te laten overkomen en de Nederlandse nationaliteit aan te nemen (waartoe ze door de linkse partijen, die verlegen zaten om nieuw stemvee, regelrecht werden aangemoedigd) en die hun daarvoor de mogelijkheid verschaften door het onterecht toekennen van bijstandsuitkeringen. De vertegenwoordigers van de media, die niets nalieten om de bevolking te indoctrineren met het waanidee dat gelukszoekers uit achterlijke culturen een aanwinst voor de maatschappij zijn.
Het fiasco van dit rampzalige beleid was niet alleen voorspelbaar, maar is ook voorspeld door een aantal moedige en vooruitziende politici en opiniemakers (Hans Janmaat, Frits Bolkestein, Pim Fortuijn, Theo van Gogh, Ayaan Hirsi Ali en –als een van de eersten- de linkse anarchist Anton Constandse), die door politiekcorrecte dwazen (aangespoord en aangevoerd door ‘weldenkende’ leden van de elite) zijn verketterd, verdreven en vermoord.
Hoe catastrofaal de consequenties van deze reeks kapitale blunders zijn, begint steeds meer tot een steeds groter deel van de autochtone bevolking door te dringen. Natuurlijk, zij hebben zitten slapen en zich daarom laten verleiden op de partijen te blijven stemmen die hen in het ongeluk hebben gestort. Maar ten langen leste zijn ze wakker geschrokken en nu beseffen ze dat degenen die dik betaald werden om vooruit te zien spectaculair gefaald hebben. Er is een gerede kans dat ze zich voor het laatst hebben laten bedonderen.
Bij de afgelopen verkiezingen zijn de goedgelovigen er nog ingestonken en stemden ze massaal op het CDA, dat hen na jaren van verzuring eindelijk met zoet zou belonen, en op de linkse partijen, die hun het bestaan eveneens aanzienlijk beloofden te verzoeten. Hoe bitter was de deceptie toen bleek dat het gros van de werkenden er, ondanks de aantrekkende economie, onder het christensocialistische kabinet Balkenende IV in het nieuwe jaar alleen maar op achteruit zal gaan, als gevolg van de sterk stijgende premies en belastingen. De morrende massa begrijpt bovendien dondersgoed dat het meeste geld dat er bij de ploeterende (meest autochtone) penningenleveranciers wordt afgeroomd rechtstreeks naar de parasiterende (meest allochtone) prachtwijkers gaat. Geen wonder dus dat het driekwart van de reageerders bij een Elsevier-poll aanzienlijk meer vreugde zou verschaffen dit jaar het kabinet te zien vallen dan Nederland Europees voetbalkampioen te zien worden.
Het besef dat de weerzin van het stemvee toeneemt sijpelt binnen in de hogere regionen van de samenleving en het establishment begint onmiskenbaar tekenen van paniek te vertonen. Men tracht weerwerk te bieden door een gecoördineerde campagne om de steeds sceptischer onderknuppels van de juistheid van het elitaire wereldbeeld te overtuigen. De ene schaamlap na de andere wordt tevoorschijn getoverd om de naakte waarheid te verhullen. Het Sociaal en Cultureel Planbureau, bij monde van directeur Paul Schnabel, de ondergekwalificeerde (want socioloog) en overbetaalde (bijna twee ton op jaarbasis) roeptoeter van de elite kapittelde in een interview het klootjesvolk dat maar niet wil beseffen hoe goed men het eigenlijk heeft (de koppen moeten dus weer diep het zand in). HM de Koningin van Medeland deed een flinke duit in het zakje met haar betweterige Kersttoespraak en een vijftigtal ‘prominenten’, onder bevel van Wilders-hater Doekle Terpstra, kwam met het Nieuwjaarspamflet Benoemen en Bouwen, waar de schijntolerantie van afdruipt. [De sentimentele toon lijkt trouwens verdacht veel op die van de beweging één land, één samenleving, waarmee de linksback van de VVD, Hans Dijkstal, vorig jaar de publiciteit zocht.]
Het verraderlijke van deze manifesten was dat er op het oog door een redelijk mens weinig tegenin valt te brengen. Wie is er nu tegen gemeenschapszin? Wie spuwt er op wellevendheid? Wie kickt er op polarisatie? Wiens levensvervulling is het zijn medemensen nodeloos te kwetsen? Ze richtten zich bovendien formeel gezien tot Gans Het Volk. Dat ze impliciet vooral Geert Wilders en zijn aanhangers op de korrel namen, werd in alle toonaarden ontkend. Men kan inderdaad stug blijven volhouden dat ook radicale islamieten werden vermaand tot meer tolerantie, maar aangezien zelfs een zwakzinnige niet echt gelooft dat die zich een lor zullen aantrekken van wat de koning en de koningin van de ongelovige onnozelaars te berde brengen, is dat zuivere retoriek. Wilders voelde zich terecht aangesproken, maar toen hij in ongezouten taal van zijn verontwaardiging daarover blijk gaf werd hem smalend voorgehouden dat de schoen die hij aantrok hem blijkbaar uitstekend past. Dat deze schoen ook talloze moslims als gegoten zit, maar dat die verdommen hem aan te trekken, daarover hoor je de politici en commentatoren niet. In beide manifesten werd schoorvoetend erkend dat er problemen zijn met de integratie van moslims en dat is een minuscuul lichtpuntje, maar met oplossingen (behalve het grijsgedraaide deuntje over verdraagzaamheid en dialoog) kwam men –uiteraard- niet.
Doekle Terpstra had (tot hilariteit van columnist Paul Lieben) bewust alleen witte ondertekenaars voor zijn hartenkreet gezocht: het was nadrukkelijk een initiatief van autochtonen (waarmee hij dus impliciet erkende dat het ook in de eerste plaats voor autochtonen bestemd was). Hij verwelkomde echter steun uit allochtone kring en werd reeds de volgende dag op zijn wenken bediend met het pamflet 2008 zonder angst voor de ander, uitgebracht door vertegenwoordigers van een aantal islamitische organisaties. Dat bleek geen onverdeelde zegen, want sommige initiatiefnemers zijn van een bedenkelijk allooi: Yahia Bouyafa geeft de opruiende geschriften uit van de Moslimbroederschap, dat streeft naar de islamitische overheersing van het Westen; Oner Hamurcu is voorman van het Turks-nationalistische genootschap Milli Görüs, bekend van de financiële manipulaties bij de bouw van de Amsterdamse Westermoskee; fatwavoorstander en homohater Mohammed Rabbae bezorgde GroenLinks de grootste verkiezingsnederlaag uit haar geschiedenis en Ayhan Tonca werd om zijn koppige ontkenning van de Armeense genocide van de CDA-verkiezingslijst geschrapt. Allemaal lieden die de tolerantie aantoonbaar niet hoog in het vaandel hebben staan. De hypocriete bijval van de radicale jongerenbeweging Hizb ut-Tahrir was zelfs de ruimhartige Doekle een doorn in het oog.
De elitaire prekerij (met NCRV-geurtje) waarvan deze teksten bol staan vielen bij een flink deel van de bevolking niet in goede aarde. Er steeg een walm van eigendunk uit de geschriften op die men zum kotzen vond. In de media overheersten dan ook de negatieve geluiden. Mark d'Aviano heeft een boeiende bloemlezing gepresenteerd uit de reacties op de toespraak van Koningin Beatrix. Bijna 2/3 van de stemmers bij Standpunt.nl vond het initiatief van Terpstra en zijn medestanders weinig zinvol. Zelfs op de websites van linkse kranten als de Volkskrant en de NRC was de steun beperkt. Alleen de aanhang van Trouw was waarlijk verscheurd. De achterban van ondertekenaar Lodewijk de Waal (Humanistische Alliantie) was verbolgen: die voelde niets voor het "vernachelen" van de vrijheid van meningsuiting.
Veel reageerders ergerden zich wezenloos aan het feit dat Paul Schnabel, Trix van Oranje en de ondertekenaars van Benoemen en Bouwen zonder uitzondering riante inkomens genieten en in allochtonenvrije wijken wonen. Zij behoren tot de geprivilegieerden wier hoogbejaarde ouders niet hun wijk uitgepest zijn, wier strengbehoede dochters nimmer voor hoer uitgemaakt worden, wier peperdure auto’s nog nooit in de fik gestoken zijn, maar zij hebben de gotspe om de reële problemen van de minderbedeelden hautain van tafel te vegen. Met name Drammende Doekle zelf kreeg er stevig van langs: een ex-vakbondsbons die altijd geageerd heeft tegen grootverdieners, maar die nu zijn kassa laat rinkelen bij Unilever en die met zijn parttime baan bij de (uit belastinggeld gefinancierde) HBO-Raad meer verdient dan de minister-president, heeft geen enkel recht zich op zijn morele superioriteit te laten voorstaan. Ook menige columnist (Liesbeth Wytzes, Afshin Ellian, Carel Brendel, Willem de Zwijger, Ariël Bruéns) was onaangenaam getroffen.
De opzienbarende actie van Doekle en consorten zou niet mogelijk zijn geweest zonder de medewerking van (de papieren versie van) Trouw, waarvan de uitgever en de hoofdredactie in een “uniek” en genereus gebaar de voorpagina tegen een zacht prijsje beschikbaar stelden, ofschoon ze weigerden de oproep ook te ondertekenen. De hoofdredacteur en voornaamste schuldige, ex-communist Willem Schoonen, moest toegeven dat deze geste ook binnen de eigen gelederen niet overal goed gevallen was. In de redactionele burelen werden stevige noten gekraakt, want menig redacteur vreesde (terecht) dat de krant hiermee haar journalistieke objectiviteit compromitteerde.
Trouws eigen columnist Sylvain Ephimenco, vond de oproep een “poging tot (zelf)censuur”. Zijn tegenpool, de “vastgeroeste ouwe knar” J.A.A. van Doorn (ook al een socioloog –ik begin me af te vragen of het bedrijven van deze schijnwetenschap soms tot hersenverweking leidt) was daarentegen lyrisch over het initiatief en vergeleek op de van hem bekende demagogische wijze de ondertekenaars (“maatschappelijke verantwoordelijkheid dragende leiders en woordvoerders”) in positieve zin met de steunverleners aan het Comité Ex-Moslims (“hele en halve intellectuelen, zichzelf [helaas ten onrechte] rekenend tot de crème de la crème van denkend Nederland”). Meestal zijn de stukken van zijn hand nogal controversieel. In dit geval echter niet: de reacties waren vrijwel unaniem afwijzend.
De conclusie is gewettigd dat de elitaire schaamlappen de blote staat van de keizer niet lang aan het oog hebben kunnen onttrekken. Integendeel: ze zijn door de critici zodanig aan flarden gescheurd dat de naakte werkelijkheid nog beter zichtbaar is geworden.
Naschrift:
Ik ben een groot voorstander van het benoemen van problemen. Anders dan de Majesteit en de Bende van Doekle weet ik echter dat je eerst het in de weg staande krot moet afbreken voor je kunt beginnen met het bouwen van een nieuw onderkomen. De moeder van alle maatschappelijke problemen waarmee Nederland momenteel worstelt is de aanwezigheid van een onverteerbare kluit nutteloze niet-westerse allochtonen. Problemen zijn alleen op te lossen door de oorzaken aan te pakken. Aan die oorzaken zijn de autochtone Nederlanders medeschuldig, dat valt niet te ontkennen. Wij hadden deze immigranten nooit toe moeten laten en we hadden ze nooit de Nederlandse nationaliteit moeten geven. Geen enkele ontwikkeling is echter onomkeerbaar. Immigranten die bewezen hebben dat ze in ons land niet thuishoren dienen van de Nederlandse nationaliteit te worden ontdaan en naar hun enige ware vaderland te worden teruggestuurd. Pas dan is er weer een fundament om op verder te bouwen.
Dit artikel is ook te vinden op de website Het Vrije Volk.